Raceverslag: Marathon Rotterdam

De man met de hamer. Ik was ervoor gewaarschuwd: tijdens de marathon ga je die tegenkomen. Zo rond de 30 kilometer, als je verder loopt dan je ooit getraind hebt, dan zal hij ten tonele verschijnen. Dan wordt de marathon een mentale strijd.

Ik kwam de man met de hamer al bij het 20-kilometerbordje tegen. Nog vóór het halve-marathonpunt, met nog meer dan de helft te gaan. En ik wilde niet meer. Elke vezel in mijn lijf riep: stoppen, dit houd je niet nog een keer deze afstand vol. Ik kon wel janken.

Hakuna matata

Om half negen schrik je wakker. Het is niet helemaal duidelijk waar je bent, maar één ding is zeker: om negen uur word je in de tentamenzaal verwacht. Of op een belangrijke afspraak, dat kan ook. Je weet ook dat je op minimaal een uur reizen van je bestemming zit. Je gaat het dus never-nooit meer halen.

Of: je zit in de les. De examens staan voor de deur. Je weet dat je het hele jaar nog geen huiswerk hebt gemaakt. Je werkstukken heb je niet ingeleverd, je presentaties heb je niet voorbereid. Ieder moment kun je door de mand vallen, maar je weet niet meer waar je precies kunt vinden wat je ook alweer moest doen.

Maart roert zijn staart

Een vreemd gezegde is het eigenlijk – maart roert zijn staart. Als kind had ik er het beeld bij van een ondefinieerbaar harig wezen, dat met zijn staart ergens in zat te roeren. Ik wist wel dat het betekende dat het in maart nog flink winters weer kon zijn, maar op dat moment zag ik dat soort dingen concreet voor me. Dat “staart” en “roeren” ook andere dingen konden betekenen, was me onbekend.

Hoe cliché het ook is: maart roerde zijn staart de afgelopen dagen. Het resultaat: vanochtend werd ik wakker met een nogal winters uitzicht.

Back on track: de langzame lange duurloop

Het is inmiddels een maand geleden dat ik iets te nader kennis heb gemaakt met een ongelukkig geplaatst stoeprandje. Dat incidentje was voorlopig het einde van mijn vier hardlooptrainingen per week. Geen snelle vijf aan het begin van de week. Geen intervaltraining op woensdag. Geen uurtje lopen een of twee dagen later. Geen langzame lange duurloop in het weekend.

Ik heb het gemist.

Het zit in de familie

Als kind, puber en jongvolwassene dacht ik altijd dat ik een hekel had aan sport. De gymlessen op school vond ik verschrikkelijk, want ik was – en ik ben nog steeds – uitgesproken slecht in balsporten. En laat het nu net zo zijn dat 95% van de gymlessen werd besteed aan hockey, basketbal, voetbal, volleybal of softbal. Een zesje voor de inspanning, meer zat er niet in.

Buiten school deed ik wel aan zwemmen, maar dat was meer omdat het moest. Niet dat mijn ouders mij dwongen – wel om naar de trainingen te gaan waar zij contributie voor betaalden trouwens – ik wist zelf ook best dat het goed was om te sporten. Maar ik lag drie keer per week met tegenzin in het water.

Sport was gewoon niet mijn ding. Mijn passies lagen ergens anders.

Published
Categorised as Sport

L’Ascension – uit liefde naar de top van de wereld

Heeft iemand wel eens tegen jou gezegd: “Voor jou beklim ik de Mount Everest”? En dat daarna ook gedaan?

Nee. Tegen mij ook niet.

In de film L’Ascension van Ludovic Bernard is dat wel wat hoofdpersoon Samy aan zijn jeugdliefde Nadia belooft. Met een veel te grote rugzak vertrekt hij naar Nepal om deze belofte waar te maken.

Een misstap is zo gemaakt

Het ene moment ben je lekker aan het lopen en lijkt het alsof je je nooit beter gevoeld hebt. Het volgende moment zit je op de grond en voelt je rechterenkel aan alsof je er nooit meer op kunt lopen. En dat allemaal door een stoeprandje dat in het donker niet goed te zien was.

Shit. Schreef ik dinsdag nog over al mijn goede voornemens en ambities – de dag daarna drukt de realiteit mij al met de neus op de feiten. Enkel verstuikt.

Naar het clubhuis van de atletiekvereniging terughobbelen ging nog wel. Op advies van een groepsgenoot heb ik zelfs een stukje gedribbeld. Pootje omhoog, ijs erop, en wachten op de rest van de groep.

De ellende begon toen ik thuis was.

5 voornemens voor een goedlopend 2018

“Stoppen met roken.”
“Minder vaak op mijn telefoon zitten.”
“Gezonder leven.”

Grote kans dat de mensen die het bovenstaande hebben aangekondigd, deze voornemens nu, op dag 2 van 2018, al hebben laten varen. Dat is ook niet zo gek. Het zijn (voor veel mensen) nogal rigoureuze gedragsveranderingen. Hoe ga je die voor elkaar krijgen, als je de doelen niet eens Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden formuleert?

Aan die voornemens doe ik niet mee. Wel vind ik het leuk om vooruit te kijken naar 2018 en te dromen over de dingen die dit jaar zouden kunnen gebeuren. En waarom zou ik die dromen niet een handje helpen? 

Raceverslag: Zevenheuvelenloop 2017

In de zwemsport kunnen 0,03 seconden het verschil maken tussen vergetelheid en eeuwige roem. In het hardlopen luistert het allemaal iets minder nauw.

Drie hele seconden, om precies te zijn. Dat was de tijd die Joshua Cheptegei boven het baanrecord van de Zevenheuvelenloop zat. Nog steeds een bewonderenswaardige prestatie: 15 kilometer in 41 minuten en 16 seconden. Maar over een week is Runner’s World hem vergeten, blikken de hardloopbloggers alweer vooruit op alle mooie voorjaarslopen van 2018 en blijft het Leonard Patrick Komon waar iedereen het bij de Zevenheuvelenloop over heeft. Met zijn baanrecord van 7 jaar oud.

 

Mijn broer en ik zagen Cheptegei starten.

Niet de race, maar de reis

De donkere, koude wintermaanden komen er weer aan en ik ben net jarig geweest. Dat betekent dat er weer een hoop boeken zijn die gelezen moeten worden. Een van de verjaardagscadeautjes waarvan ik niet kon wachten om erin te beginnen, was het boek Niet de race maar de reis van Jolanda Linschooten, een Nederlandse ultraloopster. Zij beschrijft in haar boek een hardlooptocht van Land’s End naar John O’Groats, dwars door Engeland, Wales en Schotland. Een tocht van bijna 2.000 km, waar ze 48 dagen over deed.