De man met de hamer. Ik was ervoor gewaarschuwd: tijdens de marathon ga je die tegenkomen. Zo rond de 30 kilometer, als je verder loopt dan je ooit getraind hebt, dan zal hij ten tonele verschijnen. Dan wordt de marathon een mentale strijd.
Ik kwam de man met de hamer al bij het 20-kilometerbordje tegen. Nog vóór het halve-marathonpunt, met nog meer dan de helft te gaan. En ik wilde niet meer. Elke vezel in mijn lijf riep: stoppen, dit houd je niet nog een keer deze afstand vol. Ik kon wel janken.