Alle wegen leiden naar… de Kilimanjaro

De hoogste berg van Afrika. Met een hoogte van 5895 meter is de Kilimanjaro een uitdaging voor alle enthousiaste wandelaars, zeker omdat deze berg geen ervaring met specifieke klimtechnieken vereist. Hij stond dus al een tijdje op mijn verlanglijstje om een keer te beklimmen. Ik nam het mij al voor, vóórdat ik naar Nepal vertrok voor een trektocht naar het basiskamp van Mount Everest: als ik dit leuk vind, dan wordt de Kilimanjaro mijn volgende project.

Wanneer je dit voornemen concreet wilt maken, dan is de eerste beslissing die je moet nemen: welke route neem ik? Er is namelijk niet maar één manier om bij Uhuru Peak, het hoogste punt van de berg, te komen; er zijn er maar liefst zeven. De routes verschillen in omgeving (uiteraard), het aantal dagen dat je onderweg bent (en daarmee ook in prijs – hoe meer dagen op de berg, hoe duurder de trekking), het type accommodatie, maar ook het aantal wandelaars dat je zult tegenkomen op je pad. Een overzicht van alle routes (waarbij je hier het een en ander kunt visualiseren):

 

Marangu: deze route wordt ook wel de “Coca-Cola route” genoemd. De reden hiervoor is dat je cola kunt kopen in de hutten langs de route, waarin je ook overnacht. De Marangu-route is de enige route met hutten: op de andere routes slaap je in tenten.

Doordat je in hutten slaapt, wordt de route ook wel eens omschreven als de gemakkelijkste (ook daar verwijst “Coca-Cola” naar), maar dat moet je toch met een korrel zout nemen. De route is vrij kort, zowel in kilometers als in dagen (5-6), maar de route loopt vrijwel alleen maar omhoog, waardoor je weinig gelegenheid hebt om te wennen aan de hoogte. Om deze reden, en vanwege het feit dat deze route vaak wordt gekozen door minder ervaren wandelaars, is het slagingspercentage op deze route niet zo hoog: minder dan 50% van de wandelaars haalt de top. Een ander nadeel van de route is dat dit de enige route is die geen eenrichtingsverkeer is: men daalt ook af via deze route. Dit betekent dus dat je twee keer dezelfde route loopt (want je hebt geen kampeerspullen bij je om je op een andere route te redden) en dat er ook twee keer zoveel mensen zijn: zowel de klimmers als de dalers.

 

Machame: als Marangu “Coca-Cola” heet, dan heet Machame “Whiskey”. Dit impliceert dat Machame een zwaardere route is dan Marangu. In zekere zin is daar wat voor te zeggen: op Machame slaap je in tenten in plaats van in hutten en er zit een heftige klim in langs de Barranco Wall. Daar staat tegenover dat de route meer mogelijkheden biedt om te acclimatiseren, zeker als je voor de 7-daagse variant kiest, waardoor de kans dat je de top haalt aanzienlijk stijgt (naar 85% bij een tocht van 7 dagen). Door het hoge succespercentage en de gevarieerde omgeving is het tegenwoordig ook de populairste route: je zult dus veel andere mensen tegenkomen.

Whiskey wordt trouwens niet verkocht langs de whiskeyroute. Alcohol is sowieso overal op de berg verboden.

 

Umbwe: als je de drukte van Machame wilt vermijden, dan kun je kiezen voor Umbwe: deze route wordt namelijk het minst vaak gelopen. Helaas is daar ook een reden voor: de omgeving is minder afwisselend en, vooral, het is ook de route met het laagste slagingspercentage. In het verleden werd de top beklommen via de Western Breach, een uitdagend stukje klimwerk. Nadat daar in 2006 drie doden zijn gevallen door vallend gesteente, is dit gedeelte van de route echter gesloten. In 2007 ging de Western Breach weer open, maar de meeste reisorganisaties maken er geen meer van, voor de veiligheid van de wandelaars en het personeel. In plaats daarvan loopt Umbwe vanaf dag 2 samen met Machame. Dan kom je dus toch alsnog op de drukste route terecht, maar dan met een dag minder acclimatisatie-ervaring als de Machamelopers. Geen aanrader dus.

 

Rongai: de Rongairoute is een van de routes die ik overwogen heb. Deze start in het noorden van de berg (in tegenstelling tot de meeste andere routes, die vanuit het zuiden of het westen lopen) en doordat het startpunt zo ver van de bewoonde wereld ligt, is het een van de rustiger routes. Het is vooral een prettige route tijdens het regenseizoen, omdat er ten noorden van de berg minder neerslag valt.

Net als Marangu loopt Rongai geleidelijk aan omhoog. Geen afdalingen tussendoor dus, wat prettig is voor de beenspieren, maar minder voor de acclimatisatie. Om goed aan de hoogte te wennen, is het namelijk goed om een dag hoog te klimmen, maar laag te slapen. Die mogelijkheid is er op Rongai niet.

Desalniettemin wint de Rongairoute steeds meer aan populariteit, vanwege de echte wildernis die je doorkruist aan het begin van de route, en het feit dat deze route wat langer is dan Marangu en dus een hoger slagingspercentage heeft. Bij mij is de route uiteindelijk afgevallen, omdat de organisatie die deze route aanbood hem toch in zes dagen wilde doen, in plaats van zeven, en ik me daar niet prettig bij voelde.

 

Lemosho: Lemosho was een andere optie die ik overwogen heb. Er waren echter niet veel reisbureaus die deze route aanboden, in ieder geval niet in de periode dat ik wilde gaan. Dat heeft misschien te maken met het feit dat deze route wat langer duurt en daardoor duurder is – en daar hoef je bij gierige Nederlanders niet mee aan te komen. Ook deze route wint aan populariteit. Je hebt wat meer tijd om te acclimatiseren dan aan de Rongairoute en de omgeving is net zo mooi.

Ook Lemosho komt na vier dagen samen met de Machameroute, dus dan is het afgelopen met de relatieve rust. De meeste Lemosholopers zijn dan al een dagje langer aan het wandelen en dat zie je terug in de slagingspercentages: 85-90% haalt de top. Tenzij je kiest voor de zesdaagse variant van deze route: dan is de kans dat je Uhuru Peak haalt slechts 65%.

 

Shira: deze route verschilt heel weinig van Lemosho: de routes komen op de tweede dag al samen. Het enige verschil is dat het startpunt van Shira wat verder rijden is van de bewoonde wereld en dat dit startpunt ook hoger ligt. Hierdoor heb je grotere kans op symptomen van hoogteziekte tijdens de eerste wandeldagen. Om deze reden wordt eigenlijk altijd voor Lemosho gekozen boven deze route.

 

Northern Circuit: dit is een relatief nieuwe route en hij schijnt prachtig te zijn. Het is in ieder geval de route waarop je het langst onderweg bent (en daardoor ook het duurst is en het hoogste slagingspercentage heeft), maar liefst 9 dagen. Je loopt eerst een stuk langs de Lemoshoroute, ten westen van de top, maar in plaats van samen te gaan met Machame en de top van de zuidkant te benaderen, loop je over de nauwelijks betreden noordkant van de berg, totdat je bij Rongai en Marangu uitkomt. Vanuit het oosten begin je vervolgens aan de topbeklimming. Je loopt dus helemaal om de berg heen, waarbij je langzaam wint aan hoogte, voordat je uiteindelijk echt naar boven gaat.

 

Dan is er ook nog de Mwekaroute, maar dat is eenrichtingsverkeer de verkeerde kant op: naar beneden. Als je niet de Maranguroute loopt, dan heb je namelijk ook nog een weg nodig naar beneden!

 

Het heeft mij vrij veel tijd gekost om een keuze te maken, waarbij Machame, Umbwe en Shira al vrij snel afvielen. Northern Circuit leek mij prachtig, maar was een beetje boven mijn budget. Bleven dus Rongai, Lemosho en Machame over.

Wekenlang heb ik een optie gehad op een beklimming van de Rongairoute met SNP, maar ik bleef twijfelen. Enerzijds omdat deze route maar zes dagen duurde, ik dolgraag de top wil halen en ik de kans op moeten afhaken vanwege hoogteziekte dus zo klein mogelijk wil houden. Hoewel ik in de Himalaya geen echte problemen heb gehad hiermee, bieden in het verleden behaalde resultaten geen garantie voor de toekomst en wilde ik op zeker spelen. Daarnaast was het schema van SNP sowieso krap: de dag na de vlucht naar Tanzania begon de trekking al – en er wordt juist geadviseerd om eerst een rustdag te houden, om bij te komen van de vlucht, het stadje Moshi te verkennen en de laatste inkopen te doen. Natuurlijk kon ik er ook voor kiezen om alleen de trekking te boeken en zelf mijn vluchten te regelen, maar dat vond ik eigenlijk alleen maar extra gedoe.

Ondertussen was ik ook aan het mailen met Snow Leopard, een kleinere reisorganisatie hier in Den Haag, die zich specialiseert in wandelreizen en bergexpedities. Het bureau is opgericht door René de Bos, de eerste Nederlander die op de top van de Mount Everest heeft gestaan en bevindt zich vlak bij het grote filiaal van Bever Sport. Ik was er dus al vaak langsgelopen en had ook wel eens een brochure meegepikt, maar erg responsief via de mail was dit bedrijf niet. Echter, na één telefoontje was ik overtuigd. Het werd de Machameroute, zeven dagen lopen, met wel die rustdag tussen de vlucht en de start. En, mooi meegenomen: de topdag is op 7 september, de dag vóór mijn 30e verjaardag.

 

Als alles goed gaat, dan sta ik dus nog voordat ik dertig word op de top van de hoogste berg van Afrika. Én vier ik mijn verjaardag met een lekkere (Jip en Janneke)champagne op de hellingen van de Kilimanjaro!

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

%d bloggers like this: