The Grand Slam

Dit gaat niet over tennis. Dit gaat over verzengende hitte en extreme kou. Over duizenden en duizenden meters te voet afleggen onder omstandigheden die vaak verre van ideaal zijn. Het gaat over grenzen verleggen en er soms zelfs een beetje (ver) overheen gaan. En uiteindelijk over iets dat slechts een zeer select deel van de aardbewoners daadwerkelijk voor elkaar heeft gekregen.

Nare blaren

Met alle gebeurtenissen afgelopen zomer – een berg beklimmen, scoutingkamp, een reis begeleiden – en daarbij een blessure, is een beetje de klad gekomen in het hardlopen. Af en toe een rondje van 5k, waarbij na 4,5 km de kramp in mijn kuit schoot – meer zat er niet in. Op de Kilimanjaro liep ik op mysterieuze wijze de pijn uit mijn rechterkuit, en sinds ik thuis ben, ben ik voorzichtig aan weer aan het opbouwen, zorgvuldig rekkend en strekkend voor en na de training.

Een tropenloop – we gaan ervoor!

Je hebt het niet echt kunnen missen: het is warm in Nederland. Op kantoren is het niet te harden, bij elke beweging begin je te zweten en mensen zuchten en puffen tegen elkaar over de temperatuur alsof de ander er nog niet achter was hoe warm het is.

Na werktijd lonkt het zeewater. Het lijkt gekkenwerk om nu méér inspanning te verrichten dan dat strikt noodzakelijk is. Maar toch: hardlopen bij meer dan 30 graden kan. Ik heb het zojuist uitgeprobeerd en het is niet heel prettig, maar het kan. Als je maar de nodige voorzorgsmaatregelen in acht neemt.

The Barkley Marathons – barking mad!

In iedere sport vind je extremen. Op het gebied van hardlopen vond ik ooit een marathon heel extreem. Toen hoorde ik over de Mount Everest Marathon – ook 42,2 km, maar dan in de bergen (netto naar beneden, dat wel) – en dacht ik dat alleen gekken dááraan zouden beginnen. Of ultramarathons, voor mensen die 42 km niet genoeg vinden en 50, 80, 100 km gaan rennen.

0,03 seconde

Ranomi Kromowidjojo, Sebastiaan Verschuren, Femke Heemskerk, Ferry Weertman en Sharon van Rouwendaal. Vijf zwemmers die het moesten maken op de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. Wat daar gebeurde is bekend. In het zwembad stonden er geen Nederlanders op het podium, ondanks alle hoge verwachtingen. De medailles vielen op een plek die minder in de aandacht stond: in de baai van Copacabana. Daar haalden zowel Sharon als Ferry goud binnen op de 10 kilometer open water.

Spierpijn… of meer?

Bron: Silviarita (Pixabay)

Sinds ik begonnen ben met hardlopen, ruim vijf jaar geleden, loop ik blessurevrij. Ik zou graag zeggen dat dat komt doordat ik mijn trainingen zo verantwoord opbouw, maar dat is niet het geval. Oké, ik zal niet zo snel vanuit het niets tien kilometer toevoegen aan mijn trainingsrondje, maar ik ben niet zo goed in het doen van warming-ups en cooling downs, ook al weet ik hoe belangrijk die zijn voor mijn spieren. Toch heb ik nooit meer problemen gehad dan flinke spierpijn.

 

Tot nu.

De halve marathon: nu mét trainingsschema

Bron: Pixabay

Een halve marathon is eigenlijk te lang om zonder gedegen voorbereiding te lopen. Het kán wel, maar dan kom je jezelf geheid tegen. Mijn eerste halve marathon had ik eigenlijk niet goed genoeg voorbereid. Het voornemen was er wel, maar om allerlei redenen – de een wat meer valide dan de ander – kwam het er niet van.

Dat ga ik nu anders aanpakken.

Beaufort – De Berg

Blijkbaar vindt Beau van Erven Dorens zijn leventje, met een vrouw en vier kinderen, te gemakkelijk. Of hij heeft een stiekeme doodswens. In ieder geval vindt hij het tijd om eens flink uit zijn comfortzone te treden. In het tv-programma Beaufort gaat hij zes extreme uitdagingen aan: zwemmend Het Kanaal oversteken, de Noordzee overzeilen, in zijn eentje 100 kilometer wandelen door de Wadi Rum… Dit om te laten zien dat ook een gewone man dit soort dingen kan doen, als hij maar de wil en het doorzettingsvermogen heeft.

In een van de afleveringen beklimt Beau de Aconcagua, de hoogste berg van Zuid-Amerika. Als bergliefhebber (die diep van binnen wel een 7-summitsdroom heeft) moest ik die aflevering natuurlijk zien.

Raceverslag: City-Pier-City 2017 (halve marathon)

Hardlopen is voor mij bij uitstek een solitaire bezigheid. Ik train vrijwel altijd alleen. En in feite is een hardloopwedstrijd niet veel anders. Je bent met heel veel mensen, maar je bent er niet voor elkaar. Ook niet tegen elkaar. Je bent er voor jezelf: om een afstand voor het eerst uit te lopen, om je persoonlijk record te verbreken, als opmaat naar een grotere wedstrijd… Maar je bent wel mét elkaar.

 

Ik zou de CPC Halve Marathon met mijn broer lopen. Geheel in lijn met het bovenstaande komt daar niets van in.