Trainingsdagboek week 1 – Een mini-triatlon

Het nieuwe jaar is begonnen – en er staan zó veel leuke doelen op de planning! Een van de dingen die ik in 2019 wil bereiken, is om (weer) topfit te worden. Wanneer ik goed in vorm ben, zit ik ook lekker in mijn vel – het tegendeel heb ik in december wel weer gemerkt. Én ik wil weer lekker wedstrijdjes kunnen rennen dit jaar, als het kan met een beetje mooie tijden. Heel stiekem droom ik ook nog van een najaarsmarathon, maar dat moet nog wat meer vorm krijgen.

In ieder geval: genoeg reden om aan de bak te gaan!

Bucketlist: reisbestemmingen

1. Spitsbergen

Laat ik beginnen met een reis die ik al in het verschiet heb liggen: een lang weekend naar de archipel meer dan 500 km ten noorden van Noorwegen. Spitsbergen.

Spitsbergen staat al heel lang op mijn lijstje. Toen ik in 2009 naar Noorwegen ging, werd er in de groep over gepraat, en was met name de onbereikbaarheid ervan fascinerend. In het jaar erna zag ik Floortje Dessing ernaartoe gaan voor 3 op Reis. De bestemming kwam al snel in dezelfde categorie te staan als Antarctica en Groenland: waanzinnig, maar niet te betalen.

Raceverslag: Laan van Meerdervoortloop 2018 (5 km)

Hoogmoed komt voor de val. Het flitste door mijn hoofd, toen ik halverwege de wedstrijd werd ingehaald door alle mensen die ik tijdens de eerste kilometer voorbij was gelopen. Gisteren nog liep ik hier door de duinen, achter vier scouts aan die niet vooruit te branden waren, nadat ze het begin van hun hike als een speer gelopen hadden. Ironisch, dat ik nu zelf in dezelfde valkuil liep.

Bucketlist #11: een halve marathon op Spitsbergen

In de zomer gaat de zon er niet onder. Een wapen bij je dragen is geen overbodige luxe, want buiten de hoofdstad Longyearbyen kun je ijsberen tegen het lijf lopen. Zelfs tijdens de warmste maanden van het jaar wordt het er niet warmer dan een graad of 5. Er wonen ongeveer 2.500 mensen – want zeg nou eerlijk: wat heeft iemand op een afgelegen eilandengroep op pakweg 75 graden noorderbreedte te zoeken?

En ieder jaar wordt er een marathon georganiseerd.

De laatste adem

Een vrouw gaat buiten de kwallennetten zwemmen in een Australische zee. Een man kajakt in zijn eentje een wildwaterrivier af, die nog nooit eerder door iemand is bedwongen. Prins Friso skiet off-piste in een lawinegebied. Een man probeert een selfie te maken met een grizzlybeer.

Als je het internet afstruint, kom je genoeg voorbeelden tegen van mensen die risico’s nemen, tijdens verre reizen of met extreme sporten, en het niet kunnen navertellen. Ze overschrijden de grenzen van hun eigen lichaam. En dat kan op nogal wat manieren. Gevaarlijke dieren (of dat nou kwallen zijn of beren), onderkoeling, verdrinking, hoogteziekte, lawines, warmtestuwing, een val van grote hoogte, caissonziekte, malaria, uitdroging… houd daar maar eens allemaal rekening mee als je op reis gaat en op zoek bent naar stoere avonturen om thuis aan je vrienden te kunnen vertellen.

Before they pass away – de verhalen achter de foto’s

Iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik van reizen houd. En van lezen. En dat ik dus helemaal gelukkig word van boeken over reizen. Liefst over reizen naar verre, extreme, onherbergzame gebieden.

Mijn (inmiddels oud-)collega’s kenden mij goed genoeg. Bij mijn afscheid gaven ze mij het boek Before they pass away – de verhalen achter de foto’s van Hannelore Vandenbussche. Al op het eerste gezicht was ik weg van het boek. Een mooie, gebonden editie, met twee leeslinten in de kleuren van de omslag, een voorwoord door Floortje Dessing, een wereldkaartje in de kaft met alle plaatsen die bezocht zijn, en per locatie een overzichtspagina met een kaart en de reisdetails. En dan de locaties: Namibië, Mongolië, Siberië… plekken die heel hoog op mijn verlanglijstje staan. Ik kon niet wachten tot ik thuis was en in alle rust het boek kon verslinden. Tegelijkertijd wilde ik er zuinig op zijn, er zo lang mogelijk van genieten – een gevoel dat ik altijd heb bij een mooi boek. Ruim een week lang heb ik dus steeds stukjes van het boek gelezen.

De Kjeragbolten – ofwel: “da bolleke”

Foto: Ron Theunissen

Wat heeft een trol te zoeken tussen twee rotswanden op honderden meters hoogte?

Weinig mensen weten het antwoord op deze vraag. Feit blijft wel dat het er is: een vreemde steen die tussen twee rotswanden zit geklemd op bijna een kilometer boven een fjord. Je kunt erop staan en dat levert adembenemende plaatjes op. Niet alleen is de omgeving prachtig, maar daarnaast is de grote vraag voor iemand die zo’n foto alleen maar ziet: hoe flikt-ie dat? Je kunt op de meeste foto’s niet zien dat er een betrekkelijk eenvoudig opstapje is naar de steen.

Kamperen in de regen (2)

Het was weer zo’n dag vandaag. Het soort dag dat we al veel te veel gezien hebben sinds het begin van de vakantie. Je ligt in je tent en je hoort het karakteristieke geluid op het doek. Het regent. Alweer.

Komt nog eens bij dat we vannacht in het wild hebben gekampeerd. In Noorwegen geldt het allemansrecht (allemannsretten). Dit houdt in dat je particuliere grond mag betreden om van de natuur te genieten. Ook het opzetten van je tent in de vrije natuur valt binnen dat recht. We hadden dus een wonderschoon plekje gevonden, langs een smalle bergweg, in een wildernis boven de boomgrens – maar het kwam er niet van om er echt van te genieten. Gisteravond joeg de kou en de regen ons al snel naar onze tenten – zelfs het kampvuur kwam niet echt op gang – en vanochtend joeg de regen ons snel de auto in. Als we ergens inmiddels heel goed in zijn geworden, dan is het om in de regen zo efficiënt mogelijk ons kamp op te breken.

De Preikestolen – en verder

Het kan met recht een van de meest toeristische plekken van Noorwegen genoemd worden. Een rotsformatie in de vorm van een plateau van 25 x 25 meter, te bereiken via een twee uur durende hike (enkele reis). De Preikestolen – in het Nederlands: de preekstoel.

 

Ik was er eerder geweest en kon mij nog de massa’s mensen van de terugweg herinneren. Een winkelstraat op koopzondag noemden we het. Met als enig verschil dat een winkelstraat meestal niet zo hobbelig en rotsig is. En misschien waren op het wandelpad toch nog iets minder mensen. Maar het waren er in ieder geval genoeg om irritant te zijn.