Ik ben er klaar voor!

Althans, ik denk dat ik er klaar voor ben. In ieder geval is er geen weg meer terug: gisteren vloog ik van Amsterdam naar Kilimanjaro Airport, maakte ik kennis met mijn groepsgenoten (vier vrouwen) en reden we naar onze lodge in Usa River, op ongeveer anderhalf uur rijden van de Kilimanjaro. Vanochtend maakten we kennis met onze hoofdgids. Hij gaf ons een korte briefing en liep zelfs met ieder van ons door of onze uitrusting adequaat was.

De uitrusting bij elkaar krijgen was nog een uitdaging. Ik maakte gebruik van mijn lessen uit de Himalaya in 2015: wat ik toen dagelijks gebruikte, wat ik voor niets de berg op sleepte, en wat ik wel nodig had, maar niet bij me had.

Kamperen in de regen: do’s & don’ts

Wanneer je wakker wordt, denk je dat je in je broek hebt geplast. Waarom is die slaapzak anders zo nat? Maar erg waarschijnlijk is dat niet – je bent volwassen en al een aantal jaar zindelijk. Je knipt je zaklampje aan.

Direct wordt duidelijk wat het probleem is: je matje en je backpack drijven in een plas water. Het getik tegen het doek van de buitentent geeft aan dat de ellende nog lang niet over is.

Zoals de meeste mensen – iedereen, vermoed ik – ben ik een mooi-weer-kampeerder. Regen, daar kan ik he-le-maal niets mee. Vooral niet als het veel regen is. Het weer laat zich echter niet dicteren.

Kamperen met onweer: do’s en don’ts

Bron: Zajcsik (Pixabay)

“Gister onweerde het echt behoorlijk en toen dacht ik: hoe doen jullie dat in de tenten? Is best gevaarlijk lijkt mij?”

Als leiding bij scouting krijg je, zeker vlak voor het zomerkamp, nog wel eens ongeruste e-mails van ouders. Je kunt de zorgen bagatelliseren: ach, maak je niet druk, we doen het altijd zo en er is nog nooit wat gebeurd – maar dan voelen ouders zich niet serieus genomen. Toch maar eens kijken dus, wat de risico’s van kamperen met onweer echt zijn en hoe we die zo klein mogelijk kunnen maken.

Een tropenloop – we gaan ervoor!

Je hebt het niet echt kunnen missen: het is warm in Nederland. Op kantoren is het niet te harden, bij elke beweging begin je te zweten en mensen zuchten en puffen tegen elkaar over de temperatuur alsof de ander er nog niet achter was hoe warm het is.

Na werktijd lonkt het zeewater. Het lijkt gekkenwerk om nu méér inspanning te verrichten dan dat strikt noodzakelijk is. Maar toch: hardlopen bij meer dan 30 graden kan. Ik heb het zojuist uitgeprobeerd en het is niet heel prettig, maar het kan. Als je maar de nodige voorzorgsmaatregelen in acht neemt.

Communiceren met couchsurfers

Je hebt op een bepaald tijdstip met iemand afgesproken, maar hij komt niet opdagen. Iemand haalt zonder te vragen eten uit je koelkast, zodat je morgen ineens geen ontbijt meer hebt. Laat de stekker van haar stijltang in het stopcontact zitten, ondanks het brandgevaar. Of iemand verkeert nog heerlijk in dromenland, terwijl jij op het punt staat naar je werk te gaan en je huis graag leeg wilt hebben.

 

The Barkley Marathons – barking mad!

In iedere sport vind je extremen. Op het gebied van hardlopen vond ik ooit een marathon heel extreem. Toen hoorde ik over de Mount Everest Marathon – ook 42,2 km, maar dan in de bergen (netto naar beneden, dat wel) – en dacht ik dat alleen gekken dááraan zouden beginnen. Of ultramarathons, voor mensen die 42 km niet genoeg vinden en 50, 80, 100 km gaan rennen.

De Stijkelgroep

Bron: Elsemargriet (Pixabay)

4 juni 1943. Berlijn-Tegel. Voor tweeëndertig mannen, van verschillende leeftijden en uit allerlei uithoeken van Nederland, is dit de laatste dag onder de levenden. Zij worden een voor een, met vijf minuten tussenpauze, gefusilleerd.

Een van hen is Pieter de Koning. Geboren op 10 januari 1919, 24 jaar oud. Student Indisch Recht.

Couchsurfen: omgekeerd reizen

Als ik ooit de jackpot zou winnen, zou ik veel meer op reis gaan. Helaas heb ik geen fortuin op mijn bankrekening staan (en is de kans dat dat ooit gebeurt uiterst klein), dus ik moet het doen met mijn maandsalaris en vijf weken vakantie per jaar. Tenzij ik bereid ben mijn baan op te zeggen en mijn spaargeld van de bank te halen, zit de hele wereld over reizen er dus niet in.

Maar ik heb wel een prettig tweekamerappartement. En ik heb een bank, waar twee personen met gemak languit op kunnen liggen. En die nog comfortabel slaapt ook. Ik weet een aantal leuke plekjes in de stad. En ik kan pannenkoeken bakken als een pro.

Wat kun je hier nou mee? Nou, als ik niet naar vreemde verre oorden kan, dan komen die vreemde verre oorden toch naar mij? Dat is het idee (of in ieder geval mijn idee) bij couchsurfing: een initiatief waarbij reizigers op de bank komen slapen bij de lokale bevolking van een plek. Jaren geleden zag ik het idee eens voorbij komen bij 3 op Reis en ik toen ik student-af was (en dus meer woonruimte te delen had dan alleen maar een studentenkamer van 15 vierkante meter) heb ik maar eens een gokje gewaagd op deze site. Inmiddels ben ik pakweg honderd logés verder en heb ik zelf ook bij andere mensen geslapen in Gent, Brussel en Berlijn. En ik ben nog steeds enthousiast.

 

Wat is couchsurfing?

Het concept is simpel: via een website bied je reizigers een slaapplaats aan. Dit kan je bank zijn (hence the name), maar als je een logeerbed hebt, een stretcher, een hangmat of een luchtbed, dan is dat natuurlijk ook prima. Mensen die op zoek zijn naar een slaapplaats kunnen jou een berichtje sturen met de vraag of ze kunnen blijven slapen. Is dat het geval, dan wissel je adresgegevens uit en staat er op de afgesproken dag een reiziger uit Duitsland, Australië, <vul maar in> voor de deur.

Couchsurfing is gratis en onderscheidt zich op die manier van bijvoorbeeld Airbnb. Dit maakt het veel vrijblijvender en persoonlijker. Het platform is in 1999 bedacht door Casey Fenton, die na een goedkope vlucht van Boston naar Reykjavik graag ergens anders wilde verblijven dan in een goedkoop hotel en daarom een groot aantal IJslandse studenten aanschreef. Vijf jaar later, in 2004, werd de website opgericht. Inmiddels heeft de website meer dan 14 miljoen leden en kun je in meer dan 200.000 steden een verblijfplaats vinden.

 

Is dat niet supergevaarlijk, om zomaar een vreemde in huis te halen?

Om de een of andere reden is dat altijd het eerste dat mensen mij vragen. En natuurlijk, google op “couchsurfing horror stories” en je vindt het een en ander. Stelen mensen je huis niet leeg? Ben je niet bang om verkracht te worden?

Nou, nee. Dat stelen, dat is simpel. Als ik een tv of dure sieraden zou willen hebben en daar om wat voor reden dan ook geen geld voor zou willen betalen, dan ga ik niet wel heel veel geld besteden aan een vliegticket, om uit een huis ergens aan de andere kant van de wereld alles wat los en vast zit mee te nemen. Dan zou ik toch op zoek naar naar de villawijk in mijn eigen stad. En gelegenheidsdieven zouden wel heel dom zijn, als zij dingen zouden meenemen uit het huis van iemand die jouw naam en toenaam kent en in het bezit is van jouw contactgegevens. Al staan sommige mensen niet bekend om hun intelligentie

Negatieve verhalen over couchsurfing gaan vooral over dat andere: ongewenste intimiteiten. Er zijn mannen (en ook vrouwen) actief op couchsurfing die op zoek zijn naar seksuele ervaringen. Meestal zijn ze daar  open over op hun profiel, dus dan kun je zelf beslissen of je ook zin hebt in een one-night-stand of niet. Anders is het vaak wel tussen de regels door te lezen. Een man die aangeeft alleen bij vrouwen te willen verblijven bijvoorbeeld. Of profielfoto’s waar je de kriebels van krijgt. Of verhalen die niet kloppen. Sommige vrouwen kiezen ervoor om alleen te blijven slapen bij (of gastvrijheid te verlenen aan) andere vrouwen, stellen en gezinnen. Hoewel ik daar niet zo strikt in ben, schat ik dat slechts 5% van de mensen die ik over de vloer heb gehad, alleenreizende man was.

 

En wat wordt er dan van je verwacht, als je hieraan meedoet?

Eigenlijk niet zoveel. Je hóéft niet eens een bank aan te bieden of bij andere mensen te blijven slapen, je kunt ook alleen afspreken om wat te drinken of om samen iets in de stad te doen. Of je kunt naar een event gaan. Daar zijn er veel van in de grote steden en ze kunnen allerlei vormen aannemen, van de vaste donderdagavond in de kroeg, tot taallessen bij iemand thuis, yoga op het strand of een groot pannenkoekenfestijn. Dat is ook een leuke manier om kennis te maken met andere couchsurfers en hun ervaringen te horen. Het is altijd leuk om te horen dat iedereen zijn eigen motivaties heeft en er weer anders in staat.

Ook als je wel mensen in huis haalt, dan wordt er niet van je verwacht dat je meteen alles uit de kast trekt. Soms héb je ook gewoon geen tijd om mensen te vermaken (je moet immers ook werken). Couchsurfers vermaken zichzelf wel. Als jij wilt dat je gasten weg zijn als jij de deur uit bent, prima. En je hoeft ook echt geen vol pension aan te bieden (al is koffie of thee wel zo aardig, en als je het leuk vindt om pannenkoeken te bakken, is dit het moment om jouw kunsten aan de buitenwereld te tonen), sterker nog: veel couchsurfers vinden het juist leuk om als tegenprestatie voor jóú te koken!

 

In afgelopen vijf jaar ben ik heel wat mensen tegengekomen via dit project. Mensen van alle bewoonde continenten zijn bij mij over de vloer geweest (al waren de mensen uit Afrika wel mensen die deelnamen aan een vrijwilligersproject). Sommige ontmoetingen waren niet zo speciaal, maar de meeste waren bijzonder, inspirerend, onvergetelijk. Ik heb het project in mijn hart gesloten, doe jij dat ook?

0,03 seconde

Ranomi Kromowidjojo, Sebastiaan Verschuren, Femke Heemskerk, Ferry Weertman en Sharon van Rouwendaal. Vijf zwemmers die het moesten maken op de Olympische Spelen van 2016 in Rio de Janeiro. Wat daar gebeurde is bekend. In het zwembad stonden er geen Nederlanders op het podium, ondanks alle hoge verwachtingen. De medailles vielen op een plek die minder in de aandacht stond: in de baai van Copacabana. Daar haalden zowel Sharon als Ferry goud binnen op de 10 kilometer open water.

Spierpijn… of meer?

Bron: Silviarita (Pixabay)

Sinds ik begonnen ben met hardlopen, ruim vijf jaar geleden, loop ik blessurevrij. Ik zou graag zeggen dat dat komt doordat ik mijn trainingen zo verantwoord opbouw, maar dat is niet het geval. Oké, ik zal niet zo snel vanuit het niets tien kilometer toevoegen aan mijn trainingsrondje, maar ik ben niet zo goed in het doen van warming-ups en cooling downs, ook al weet ik hoe belangrijk die zijn voor mijn spieren. Toch heb ik nooit meer problemen gehad dan flinke spierpijn.

 

Tot nu.