Wat gebeurt er op een zomerkamp?

We zijn gearriveerd. Met een heleboel auto’s (ouders, bedankt!), een aanhanger vol spullen, 12 scouts en 4 man leiding zijn we gisteren aangekomen op scoutingterrein Buitenzorg in Baarn. Het zomerkamp kan officieel beginnen.

Hoe ziet zo’n zomerkamp er eigenlijk uit? Voor de scouts is dat geen verrassing meer: voor geen enkele scout uit de groep is dit het eerste zomerkamp. (Dat betekent dat ook niemand meer gedoopt hoeft te worden – nou ja, op één leiding na dan.) Maar voor het thuisfront is het misschien wel interessant om een kijkje te geven in hoe zo’n kamp er nu eigenlijk aan toegaat.

 

Samenwerken in patrouilles

Een van de eerste dingen die de scouts doen als we op kamp zijn aangekomen, is hun tent opzetten. We hebben grote tenten, waar officieel acht mensen in zouden moeten passen. Negen is ons ook wel eens gelukt, op een houthakweekend in de late herfst (onder het motto: hoe meer mensen in de tent, hoe warmer), maar in de zomer hebben we liever wat meer ruimte en slapen er gemiddeld zes scouts in één tent.

Die zes scouts (of vijf, of zeven) doen tijdens het kamp alles samen: ze vormen een patrouille. Een paar van de meer ervaren scouts zijn de patrouilleleider (PL) en de assistent-patrouilleleider (APL) en zij zorgen ervoor dat alles in goede banen geleid wordt. Als er iets moet gebeuren, dan zal de leiding ook een PL bij zich roepen. En als er in de groep iets gebeurt waar de scouts onderling niet uitkomen, dan zal de PL naar de leiding gaan om advies.

In het ideale geval dan, hè. We hebben nu een groep met voornamelijk 14- en 15-jarigen en die kunnen inderdaad een hoop zelf onderling regelen. Met een jongere scoutsgroep kan de leiding minder dingen aan de PL’s en APL’s delegeren. En het moet ook wel praktisch blijven natuurlijk. Als een van de minder ervaren scouts naar ons komt om een nieuw pak hagelslag te vragen, dan kunnen we wel doodleuk zeggen “vraag maar aan je PL”, maar ja, die PL heeft dat pak hagelslag óók niet.

 

Met 12 scouts hebben we dus twee groepen. Dan is het altijd wel leuk om de competitiedrang een beetje aan te wakkeren. Voor alles wat we dit kamp gaan doen, krijgen de patrouilles daarom punten. Punten voor de kampopbouw, punten voor het lopen van de hike, punten voor spelletjes die we gedurende de week doen. De groep die aan het eind van de week de meeste punten heeft, die wint. In ieder geval de eer, maar misschien nog wel een leuk prijsje ook.

Voor die eer doen de scouts een hoop, hoor. Vooral de andere patrouille zwartmaken (“hier krijgen ze toch wel minpunten voor, hè?).

 

En wat doen we dan op een gemiddelde kampdag?

Het programma ga ik natuurlijk nog niet verklappen: dat is ook voor onze scouts nog geheim. Nou ja, vooruit, de zaterdag dan. Op de eerste dag zetten we de tenten op en bouwen we de kamptafels. Aan die tafels zullen de scouts de hele week koken en eten, want daar is in de tent geen plek meer voor.

 

Ja, koken, dat doen de scouts zelf. Elke ochtend en avond gaan ze foerageren. Dat betekent in dit geval niets anders dan dat ze hun afwasteil naar de leidingtent brengen en dat de leiding deze vult met de ingrediënten voor de maaltijd. De scouts hebben daarna een uur of twee de tijd om te koken, te eten en op te ruimen. De leiding bemoeit zich daar niet mee, die komt hooguit af en toe even buurten.

Waar de leiding zich wél mee bemoeit, is hoe de tent en de keuken er daarna uitziet. Wanneer het tijd is voor de ochtend- en avondcheck, moet alles er namelijk pico bello uitzien. Jerrycan met water niet gevuld? Een punt aftrek. Tent niet dichtgeritst? Nog een minpunt, want stel dat het gaat regenen? Afwas niet gedaan? Heel veel minpunten, want dat had je toch echt wel moeten regelen.

En nee, lege chipszakken onder je matje wegmoffelen of alle vuile afwas in de kookkist stoppen, daar kom je niet mee weg. De leiding heeft echt wel meer door dan je denkt.

 

Na het ontbijt begint het programma. Dat kan van alles zijn. De doorgewinterde scout weet dat er in ieder geval altijd een hike op het programma staat, dat we op woensdag altijd gaan zwemmen en dat we ook nog ergens een dag naar de stad gaan. Maar de rest? Vorig jaar was een van de hoogtepunten een rondleiding op het circuit van Zandvoort, en dit jaar hebben we ook iets geboekt waar alle leiding in ieder geval per se bij wil zijn, maar wat dat is, dat houd ik nog even geheim.

 

Meestal zijn we in de loop van de dag wel weer terug. Dan is er mooi even tijd om een boekje te lezen of een balletje te trappen. Meestal is dit ook het moment waarop het kampvuur aangemaakt wordt – helaas is er dit jaar vanwege de droogte een stookverbod.

 

Na het eten verzamelen we rond de kampvuurkuil. Zonder vuur dus nu, maar met bankjes, spelletjes en verhalen. Een van mijn eigen favoriete avondspelletjes is Weerwolven van Wakkerdam, waarbij de weerwolven de burgers van Wakkerdam moeten uitschakelen en omgekeerd. Hoewel, weerwolven? Dit jaar zijn het maffiosi en infiltranten!

Tussen tien en elf gaan de scouts tanden poetsen en naar bed. Alleen de PL’s en de APL’s blijven nog even zitten. Hoe ging het? Hoe is de sfeer in de groep? Wat ging er goed, wat kan er beter? Waar kunnen wij jullie bij helpen? En wat gaan we morgen doen?

 

Wanneer de scouts slapen, kan de leiding nog even ontspannen. Of voeren we iets anders in ons schild? Een dropping bijvoorbeeld?

 

(Mijn laptop doet niet aan foto’s, in ieder geval niet op een manier die ík begrijp. Geen sfeerimpressies van het kamp hier dus. De afbeelding aan het begin van het artikel is een plaatje van Pixabay, en bovendien wishful thinking ook, want we mogen dus geen kampvuur stoken…)

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *