7 redenen om scoutingleiding te zijn (en te blijven!)

Zomervakantie? Ik ga zelf niet meer naar school en ik heb geen kinderen. Toch ben ik me er ten volle van bewust dat de vakantie van regio midden volgende week begint. Tijdens de eerste week van de zomervakantie gaan onze scouts namelijk op kamp, dus voor mij is het begin van de zomervakantie een dikke vette deadline. Dat kamp moet namelijk ook voorbereid worden!

Leiding zijn bij scouting kost je een week aan vakantiedagen, een hoop zaterdagmiddagen, en vaak ben je er doordeweeks ook nog wel even mee bezig. En je krijgt er niet voor betaald. Toch doe ik dit al bijna vijf jaar en ben ik van plan om er – in ieder geval voorlopig – mee door te gaan. Het levert namelijk ook een heleboel op!

1. Je bent lekker buiten

Dit is een van de redenen waarom ik zelf ook veel zin heb in het zomerkamp. Een week buiten zijn op een terrein in de bossen, slapen in mijn hangmat, elke dag een kampvuur maken (hoewel er een stookverbod zal zijn als de droogte aanhoudt), improviseren met koken en afwassen… Alleen als het regent is het jammer. En zelfs dan is er met een optimistische houding nog wel iets leuks van te maken.

Oké, als je echt niet houdt van buiten zijn, dan kun je beter ander vrijwilligerswerk zoeken. Toch: als kamperen je niet per se ligt, maar je houdt wel van knutselen en spelletjes doen, kun je bij scouting prima terecht bij een van de jongere leeftijdsgroepen. De bevers (4-7 jaar) gaan bij ons helemaal niet op kamp, onze welpen (7-11 jaar) slapen op kamp in een clubhuis van een andere groep. Bij mijn groep, de scouts (11-15 jaar), knutselen we ook nog wel eens, we hebben ook wel eens een kookopkomst en spelletjes doen we regelmatig, maar de focus komt wel meer op het buitenleven te liggen. Scouting is er dus in alle smaken.

2. Het geeft je organisatorische vaardigheden een boost

Zo’n zomerkamp organiseert zichzelf niet natuurlijk. En het heeft meestal ook best wel wat omhanden: je moet ergens slapen, jullie moeten allemaal eten, er moet vervoer zijn, en natuurlijk moeten jullie ook nog wat te doen hebben. Sommige dingen moeten op tijd geregeld worden – zo reserveer ik vaak in augustus al een kampterrein voor de zomer erna. Die keer dat we het lieten liggen tot januari, konden we bijna nergens meer terecht.

En dan is dat alleen nog maar het zomerkamp. Ook aan de wekelijkse opkomsten gaat voorbereiding vooraf, van het maken van een programma tot het regelen van genoeg leiding tot het simpele feit dat er altijd limonadesiroop in huis moet zijn.

3. … en je creativiteit ook!

En dan kun je het nog allemaal zo goed georganiseerd hebben: op het moment suprême blijken er geen boodschappen te zijn gedaan voor het houthakweekend, komt een van de leiding niet opdagen en krijg je zelf onderweg naar het kampeerterrein een lekke band. Shit, en nu?

Meer nog dan organiseren, leer je improviseren. Creatieve oplossingen bedenken voor problemen die zich onderweg voordoen. We gaan een nachtje primitief kamperen, maar er blijken geen bomen te zijn op het terreintje dat we toegewezen hebben gekregen. Waar moeten we dan onze zeiltjes aan vastknopen? (Aan de hekken rondom het terrein.) Ooo… en dan gaat het ook nog regenen en de zeilen blijken niet helemaal waterdicht, wat nu? (Met ducttape repareer je ALLES.) Lege accu, autodeur in het slot gegooid terwijl de sleutels nog binnen lagen, niet de juiste stekker hebben voor de aanhanger, tentstokken vergeten… We hebben inmiddels een hoop meegemaakt.

En dan heb ik het nog niet over alle themaverhalen die we verzinnen, alle scoreborden die we in elkaar knutselen en het Weerwolven-van-Wakkerdamspel dat ik ieder jaar in kampthema maak. Ook met dat soort creativiteit kun je je prima uitleven.

4. Je geeft kinderen iets blijvends mee

Komende zomer zwaai ik de eerste groep uit die ik vanaf het begin van hun scoutstijd onder mijn hoede heb gehad. Ze kwamen bij ons als elfjarige kinderen, in groep 8 van de basisschool. Ze konden nog geen tent opzetten, wisten niet hoe een kompas werkte – en bij sommigen heb ik daar nu nog steeds mijn twijfels over – en konden misschien net een ei bakken. De eerste kookwedstrijden waren dramatisch 😛

Gedurende vier jaar heb ik ieders kwaliteiten zien ontwikkelen: elke scout heeft zijn eigen sterke punten. De een heeft een grote praktische intelligentie – laat de leiding over het opzetten van een tent maar aan hem over – de ander kan goed nadenken over de aanpak van een complexe opdracht. Weer iemand anders is heel goed in het enthousiasmeren van de rest van de groep, nummer vier kan goed navigeren, en nog een ander vindt het leuk om met wat technische snufjes het zomerkamp nét wat leuker te maken. En koken kunnen ze inmiddels ook een stuk beter – de jury was vol lof tijdens de laatste scoutingwedstrijden. En ook niet onbelangrijk: ze hebben de grootste lol met zijn allen. En als daar iets van blijft hangen voor de rest van hun leven, dan heb ik mijn doel bereikt.

5. … maar je ontwikkelt jezelf ook

Ik moet eerlijk toegeven dat ik waarschijnlijk niet gemakkelijk zelf een kampvuur brandend krijg. Ik kan precies vertellen wat de scouts verkeerd doen als het hen niet lukt – te weinig tondel, niet genoeg klein hout gesprokkeld – maar ik mag al blij zijn als ik zelf net vonken kan produceren met mijn firesteel. Ik besteed het vuur maken nou eenmaal altijd uit: als ik het zelf zou doen, leren de scouts het nooit. Hetzelfde geldt voor pionieren: ik durf de veiligheid van mijn eigen knopen niet genoeg te garanderen om tijdens het zomerkamp epische bouwwerken als kabelbanen te bouwen. Maar dat durven de meeste van mijn leidingcollega’s ook niet.

Maar om een hike uit te zetten, heb je toch echt verstand van navigatietechnieken nodig. Als je niet weet hoe je veilig een hakbijl moet hanteren, kun je de kinderen ook niet vertellen wat ze verkeerd doen. En het is wel handig om in ieder geval de theorie van het knopen en vuur maken te beheersen, anders hebben de kinderen helemaal niets aan je. Omdat ik zelf nooit scout ben geweest – alleen een jaar of twee welp – heb ik zeker in mijn eerste scoutingjaar veel nieuwe dingen geleerd.

En ik leer nog steeds, alleen meer op persoonlijk vlak. Perfectionisme is iets dat je bij scouting echt moet leren loslaten af en toe: je hebt gewoon niet de tijd om alles tot in de puntjes te regelen en vaak lopen dingen toch anders dan gepland. En delegeren, dat is op dit moment mijn uitdaging. Ik heb de neiging om al het hooi op mijn eigen vork te nemen, om verschillende redenen, en dat ga ik in het nieuwe schooljaar, wanneer ik ook aan een nieuwe baan begin, zeker niet vol kunnen houden. En wat ik nog graag zou willen leren? Bushcraft: jezelf langere tijd kunnen redden in de natuur met zo weinig mogelijk hulpmiddelen. Omdat dat volgens mijn visie op scouting een van de gaafste dingen is die ik aan de kids zou willen overbrengen. Dus toch maar eens leren dat vuur te maken … en dan niet met een firesteel, maar met een vuurboog.

6. Gezelligheid!

Goed gezelschap maakt alles beter. Ik ben door een vriendin overgehaald om scoutingleiding te worden en we doen het allebei nog steeds – helaas niet meer bij dezelfde leeftijdsgroep. Na de opkomst met zijn allen eten, op kamp als de kinderen naar bed zijn met Radlers en hamburgers rond het kampvuur zitten en Black stories spelen, op regioweekenden ideeën uitwisselen met leiding van andere groepen. Als ik niet met de andere leiding overweg had gekund, was ik er allang mee gestopt.

7. Het staat goed op je cv

Doe je op dit moment een studie Social Work, pedagogiek of een lerarenopleiding? Dan is alle ervaring die je opdoet met kinderen natuurlijk mooi meegenomen. Misschien kun je zelfs studiepunten verdienen met je vrijwilligerswerk bij scouting.

Maar ook als je een totaal andere studie doet of allang aan het werk bent, misstaat scouting nooit op je cv. Het heeft mij zeker geen windeieren gelegd toen ik vorig jaar solliciteerde naar de functie van reisbegeleider van kampeerreizen. Ook bij sollicitatiegesprekken voor kantoorbanen komt de ervaring bij scouting altijd wel ter sprake. Want zelfs al is de ervaring niet direct relevant voor de functie: het laat wel zien dat je bereid bent je handen uit de mouwen te steken (ook al krijg je er niet voor betaald) en je in te zetten voor andere mensen.

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *