Lieve Lieke

Ik herinner me nog goed dat jij in ons gezin kwam. Terwijl ik een van mijn laatste schoolexamens maakte – een betoog voor Nederlands – in de vijfde klas van het vwo, reden mijn ouders naar het Drentse plaatsje Tweede Exloërmond om je op te halen. Een pup van acht weken was je, en ze hadden je net gedoucht voordat ze je aan je nieuwe baasje meegaven. Rillend zat je bij mijn moeder op schoot, maar op het zachte dekentje in de warme auto viel je snel in slaap.

In ons gezin ben je gebleven, 13,5 jaar lang. 13,5 jaar aan herinneringen, om te koesteren nu je er niet meer bent.

 

Alle wandelingen die wij samen hebben gemaakt. Toen ik studeerde en nog thuis woonde, ging ik ‘s ochtends voor college altijd met je naar buiten. Jij kende het stramien: wanneer ik aangekleed beneden kwam, stond jij al klaar bij de tuindeur. Je wist dat ik dan ging zeggen: “Lieke, UIT? Met BOTERHAMMEN?” Toch was je altijd weer door de dolle heen als ik die boterhammen noemde.

Voor boterhammen deed je alles. Ik hield je ermee in het gareel tijdens wandelingen, om je op tijd aan te kunnen lijnen als er wandelaars of schapen liepen, en om je langs die aantrekkelijke rottende vissen langs de Maas te lokken. Ik kon je er ook mee laten zitten, liggen, omdraaien, rondjes lopen en high fives geven.

Het enige dat niet zo goed lukte was om je ook te laten zwemmen. Je kon zwemmen als het moest, maar als het niet hoefde – nou, dan liever niet. Ik herinner me dat ik stukjes brood in de Maas gooide, steeds een stukje verder, tot je het op een gegeven moment vertikte om het broodje nog te halen.

Brood was ook niet opgewassen tegen jouw jachtinstinct: als je een konijn zag lopen, was je weg. Je rende de hele uiterwaarden over, alleen om dat beestje te vangen. Dat lukte (meestal) niet; toch gaf je pas op als het konijn wegdook in zijn holletje. En ik kon blijven roepen – maar zelfs als ik er met een hele bakkerskar had gestaan, dan nog was het konijn interessanter geweest.

Én als we andere honden tegenkwamen, dan luisterde je ook niet meer. Als de andere hond op enkele tientallen meters afstand was, weigerde je nog een poot te verzetten en ging je liggen, om pas weer overeind te springen als de hond een meter bij je vandaan was. Jij hield wel van het verrassingseffect. De andere hond soms iets minder. Maar je was nooit vijandig – je wilde altijd alleen spelen – dus iedere hond was je vriend.

Je was minder gesteld op koeien. Die beesten waren groot en renden niet voor je weg, dus ze waren per definitie intimiderend. Beetje jammer dat ik me nooit zo veel van die dieren aantrok – als er geen stier tussen stond tenminste. Als ik van A naar B wilde en daar stond een kudde koeien tussen, dan wandelde ik tussen de koeien door. Aan jou was dan de keuze: alleen achterblijven of die engerds trotseren? Je koos altijd voor het laatste.

Jij mocht mee op vakantie, zeker toen we nog met het hele gezin gingen. Tijdens jouw eerste vakantie gingen we naar Frankrijk. Je was klein en schattig en je was een echte charmeur: iedereen die je zag was weg van je. Toen we thuiskwamen, wisten we niet zeker of je het huis nog zou herkennen. Daar hadden we niet aan hoeven twijfelen. Je was zo blij dat je weer thuis was, dat je vijf minuten lang rondjes rende door het huis en op al het meubilair sprong.

En dan die vakantie in de Spaanse Pyreneeën in 2013. We maakten een wandeling van meer dan duizend hoogtemeters, naar een berghut bij een meertje. Al na een halfuur was duidelijk dat jij (en jouw twee baasjes) het tempo van Niels en mij niet konden bijbenen. Niels en ik zijn doorgelopen, mijn ouders en jij bleven achter en zouden kijken hoe ver jullie nog zouden komen. Op de terugweg zei Niels: “We zouden nou toch raar staan kijken, als we de bocht om zouden lopen en papa, mama en Lieke zouden zien”. Ja, we stonden raar te kijken. Op jullie dooie gemakje, en met drinkpauzes elk kwartier, hebben jullie het hele stuk naar boven afgelegd.

Je was een actieve hond, maar een van jouw grootste hobby’s was slapen. En dan het liefst op een kleedje, voor het haardvuur, zo warm mogelijk. Zo warm, dat je lag te hijgen in je slaap en op een gegeven moment op moest staan en moest verhuizen naar de koude keukenvloer. Om even later, als je was afgekoeld, weer terug te keren voor nog een ronde voor het vuur. Het is dat ze honden niet in sauna’s laten. Ik vermoed dat je dat – afgezien van al het water – geweldig had gevonden.

 

In de laatste maanden werd je oud. Grijs rond je ogen was je al langer, en je werd nu ook doof en blind en je kreeg last van allerlei kwaaltjes. Hoewel je niet echt meer kon lopen. stond je staart nog altijd vrolijk en als een van ons op bezoek kwam, dan was je altijd blij. En voor eten deed je nog steeds alles. Met Oud en Nieuw hoopten we dat jij heel 2018 nog mee zou gaan, maar op Nieuwjaarsdag werd je ziek en zou je niet meer beter worden.

Ik ga je missen, Lieke. De lange wandelingen, het knuffelen, jouw capriolen. Maar de jaren dat je bij ons was, staan wel voor altijd in mijn geheugen gegrift.

Published
Categorised as Random

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *

%d bloggers like this: