Je hebt een vakantie gepland, maar het duurt nog even voordat je weg kunt. Wat doe je dan? Je kunt het uit je hoofd zetten, overgaan op de orde van de dag, totdat het moment aanbreekt dat je je tas pakt en in de auto stapt. Je kunt je ook voorbereiden, in de stemming komen. En hoe doe je dat relaxter dan met een boek op de bank – of met de huidige weersomstandigheden: in het zonnetje in het park? Je kunt kiezen voor een reisgids, maar soms zijn het juist verhalen die de sfeer van een land goed doen overkomen.
Welke boeken over Noorwegen moet je zeker gelezen hebben?
1. Willem Frederik Hermans – Nooit meer slapen (1966)
Dit boek heeft een heel hoog leeslijst-middelbare-school-gehalte, maar het scheelt een hoop als je geen ingewikkelde vragen over het plot en de schrijver hoeft te beantwoorden. (Degenen die daar toch behoefte aan hebben, kunnen hier terecht.) Het blijft een klassieker uit de Nederlandse literatuur – wel een die ook goed toegankelijk is voor minder ervaren lezers.
Hoofdpersoon in het verhaal is Alfred, een jongeman, net afgestudeerd in de geologie, die afreist naar het noorden van Noorwegen om bewijs te zoeken voor meteorietinslagen in dat gebied. Maar hoe vastbesloten hij ook is om die expeditie tot een goed einde te brengen, alles zit tegen. Een hoogleraar aan een Noorse universiteit die hem – al dan niet bewust – tegenwerkt, overleven op moeilijk terrein, reisgenoten die hem niet begrijpen, beeldmateriaal dat niet blijkt te kloppen … de onderzoeksreis lijkt gedoemd te mislukken. Ondertussen worstelt Alfred met zichzelf, met zijn angsten, met de verwachtingen van zichzelf, die hij omwille van zijn overleden vader wil waarmaken. En met slaapgebrek. Dat alles speelt zich af in het eeuwige midzomerdaglicht boven de Noorse poolcirkel.
Vier decennia later schreef Karin Anema De Noorse liefde van W.F. Hermans (2005), waarin zij de reis herhaalt die Hermans maakte in voorbereiding op het boek Nooit meer slapen. En heb je Nooit meer slapen gelezen en wil je meer? Dan is het boek Lange dagen (2008) van Pia de Jong ook een aanrader. Dezelfde omgeving, vergelijkbaar thema.
2. Knut Hamsun – Mysteriën (1892)
Om nog even literair verantwoord te blijven: Knut Hamsun is een van de Noorse nobelprijswinnaars van de literatuur. Begin 20e eeuw, wel te verstaan. Later die eeuw raakte de schrijver in onmin door te collaboreren met de nazi’s.
Mysteriën gaat over Johan Nagel, een vreemde man in een knalgeel pak die aankomt in een Noors kustdorpje. Daar neemt hij intrek in de plaatselijke herberg. Zijn onorthodoxe doen en laten trekt de aandacht van de bewoners van het dorp, en in het bijzonder die van twee vrouwen. Het wordt niemand duidelijk waar Nagel vandaan komt en wat hij komt doen, ook de lezer niet. Dit gegeven, plus het feit dat Nagel een vrij moeilijk personage is om mee in te leven en de enorme gedachtestromen waar de lezer soms in wordt meegenomen, kunnen het boek lastig maken om te lezen. Een boek waar je even de rust en de tijd voor moet nemen.
Nog op mijn lijst om te lezen staat Honger (1890), van dezelfde schrijver, dat precies gaat over wat de titel suggereert: een nietsontziende, allesverterende honger, en de pogingen van de hongerlijder om desondanks iets van zijn verstand vast te houden.
3. Noorse mythen en sagen
Tijdens geschiedenislessen op de middelbare school krijg je vooral te maken met de Griekse en Romeinse mythologie – zeker als je een gymnasiumachtergrond hebt. Maar de Noorse heb je vast ook wel voorbij zien komen. Al is het alleen maar omdat de dag woensdag is afgeleid van Wodan (Odin), donderdag van Donar en vrijdag van Freya. En dat zijn respectievelijk de oppergod, de dondergod en de vruchtbaarheidsgodin.
De Noorse mythologie is ook minstens zo leuk om te lezen als de Griekse en Romeinse. Er zijn veel gelijkenissen: ook deze goden wonen met zijn allen op hun eigen plek, Asgard. En ook deze goden hebben niet altijd even goddelijke eigenschappen: wraakzucht, jaloezie, ontrouw en trots. De interessantste verhaallijn is de neergang van Loki – niet eens een echte god, maar een reuzenzoon – oorspronkelijk vooral een grappenmaker, maar uiteindelijk de persoon die Ragnarok, de ondergang van het godenrijk, in gang zette.
Jaren geleden heb ik de verhalen gelezen in het boek Verhalen uit de godenwereld van de Edda (1991) van Henk van Kerkwijk. Op dit moment lees ik De lessen van Loki (2014) van Joanne Harris: dezelfde verhalen, maar nu uit het perspectief van Loki. Alleen al de cynische, kritische toon van de verteller maakt het boek de moeite waard.
4. Samuel Bjørk – Ik reis alleen (2015)
Zou het komen door de lange donkere winters, dat veel Scandinavische auteurs een duistere, zelfs zieke fantasie hebben? Ik zou het niet weten. In ieder geval kan een thriller op dit lijstje niet ontbreken. Het debuut Ik reis alleen van Samuel Bjørk begint met een dood meisje, gekleed in poppenkleertjes. Om haar nek hangt een bordje met de tekst “Ik reis alleen”. Het boek volgt vervolgens twee inspecteurs die deze moord – en de moorden die daarop volgen – onderzoeken. Als het verhaal eenmaal goed op gang is – ongeveer halverwege het boek – volgen de gebeurtenissen elkaar in een rap tempo op en kun je het boek niet meer wegleggen.
Andere Noorse thrillers – die nog op mijn leeslijstje staan – zijn De hitte van de hel (2016) van Gard Sveen en Rode sneeuw (2016) van Jørn Lier Horst.
5. Karin Anema – De laatste grens – op rendiertrek met de Sámi (2009)
Tot slot een reisverhaal: de Nederlandse wetenschapsjournaliste Karin Anema gaat met een groep Samen (de oorspronkelijke bewoners van Lapland) en hun rendieren op pad. Het heeft haar veel geld en moeite gekost om deze expeditie te regelen en in de familie waarmee ze reist, wordt ze niet bepaald met open armen ontvangen. In het boek overheerst daardoor een bepaald negativisme: het is vooral duidelijk dat de schrijfster het heel moeilijk heeft met de gang van zaken.
Niet alle recensies over dit boek zijn daarom even lovend. Sommige recensenten verwijten haar culturele insensitiviteit: ze projecteert haar westerse verwachtingen op een traditioneel nomadenvolk. Ook de gastheer van Anema heeft gereageerd op de inhoud van het boek en stelt dat zij zelf een weinig flexibele, veeleisende reiziger was. Toch had ik bij het lezen van het boek het gevoel dat Anema het niet erg getroffen had met haar gastgezin. Dit was niet de eerste keer dat ze meedraaide met het leven in een niet-westerse cultuur en andere gezinnen die ze tegenkwam tijdens de trekking stelden zich veel vriendelijker op. In haar positie zou ik misschien alleen de werkelijke namen van het gastgezin niet gebruikt hebben.
Het bovenstaande is uiteraard slechts een selectie van wat er te lezen is over Noorwegen. Welk boek zou ik zeker nog aan dit lijstje moeten toevoegen?