Raceverslag: Devil’s Trail (36 km)

Tony’s Chocolonely. Lokaal bier. Een hot tub. Weekendje rust, zou je denken?

Eigenlijk wilde ik dit weekend weer de drie afstanden van de CPC lopen. Die tellen op tot 36 km, dat komt wel ongeveer overeen met mijn trainingsschema dit weekend. Helaas durfde de CPC de organisatie nog niet aan. Nu was het dus zoeken naar een ander loopje met ongeveer die afstand.
Ik vond de Devil’s Trail in de Utrechtse Heuvelrug. Een evenement dat niet alleen het trailrunnen, maar ook de bovenstaande drie elementen tot hun identiteit gemaakt heeft. Work hard, play hard, zogezegd. Voor ieder wat wils: 8, 16, 26 en 36 km. Ik schreef me zonder veel nadenken in voor de 36 kilometer. Mijn enige gedachte: als ik deze overleef, inclusief de bijna 500 hoogtemeters, dan zal die 50 km over een paar weken ook wel lukken.

(Ik realiseer me pas achteraf dat die 36 km + 500 hoogtemeters bijna het equivalent is van een vlakke marathon. Nu wil ik een vlakke marathon lopen om mijn PR te verbeteren.)

Ik heb nooit zin in zo’n evenement. Altijd een knoop in mijn maag. De Devil’s Trail vormt geen uitzondering. Vergeet ik niets? Hoe kom ik daar? Wat als ik de bus mis? Wat als ik te laat kom? Gaat het wel lukken, lijd ik niet aan grandioze zelfoverschatting? Shit, trein heeft vertraging. Shit, veiligheidsspeldjes vergeten. Hoor ik nou dat je je bagage nergens achter kunt laten? Ik ben pas blij, opgelucht, euforisch, als het hele evenement achter de rug is en ik het er enigszins fatsoenlijk af gebracht heb.

Maar nu kijk ik eerst op tegen het zandduin achter de startlijn. De 36 kilometer begint met omhoog ploeteren door mul zand. Als dit de toon zet voor de rest van de tocht…
Dat blijkt mee te vallen. Vergeleken met de Sint Pietersbear Trail van twee weken geleden zijn de klimmetjes hier peanuts. Terwijl ik op de Sint Pietersberg op een gegeven moment meer aan het wandelen was dan aan het rennen, is wandelen hier maar op twee of drie stukjes nodig. Ik heb wel een ander probleem: mijn linkerschoen. Nieuw (rechts ook, trouwens). Te klein? Mijn linkervoet voelt alsof er tien blaren tegelijk onder aan het ontstaan zijn. Bij de post op 15 km neem ik de tijd om mijn schoen uit te trekken, mijn voet te masseren en de veters aan de voorkant iets losser te trekken. Dat lijkt te helpen. Ik ga verder met aftellen: nog twee kilometer tot de helft, nog een…

Vandaag geen muziek tijdens het lopen trouwens. Ik heb besloten het nuttige met het aangename te verenigen – wat nuttig is en wat aangenaam laat ik even in het midden – en achterstallige podcasts te luisteren. Eerst Maarten van Rossem, die inmiddels toe is aan de geschiedenis van de auto. Daarna de “Beter worden” podcast, die eigenlijk over wielrennen gaat, maar waarvan sommige trainingsadviezen ook prima op hardlopen toe te passen zijn. Gepolariseerd trainen, bijvoorbeeld. 80% van de trainingen rustig, 20% hard. En dus niet zoals ik afgelopen zomer deed: meerdere keren per week net een tandje harder gaan dan comfortabel was. Niet gek dat ik gas terug moest nemen omdat mijn knie er geen zin meer in had.

Bij de vierde foeragepost (32 km) voel ik voor het eerst weerzin tegen alle zoete meuk die daar aangeboden wordt. Nóg meer repen en ontbijtkoek. En die bananen kan ik ook niet meer zien. Waar zijn de tucjes? De nootjes? Ik vind dat ik wat moet eten, dus ik pak een plak ontbijtkoek, maar na twee happen prop ik hem maar in mijn zak (slecht plan, plakt als een malle), want ik word er misselijk van.
Wat je in de boeken en blogs leest is dus waar: er zit een grens aan het aantal gelletjes en reepjes dat je maag wil verdragen. Toevallig gaat mijn podcast er ook net over. Ik vervolg mijn weg terwijl ik luister naar Laurens, Jim en Stefan, die herinneringen ophalen uit de tijd dat je zoveel moest wegwerken tijdens een wielerkoers, dat je moest uitkijken dat je er niet van aankwam. Niet alleen koolhydraten, ook vetten en eiwitten. Ik moet even helemaal niet denken aan eten, maar omdat ik in de laatste paar kilometer zit, is dat ook niet meer enorm van belang.
Ondertussen haal ik nog steeds mensen in. Dat komt vooral doordat alle kortere afstanden inmiddels ook weer op ons parcours zijn gekomen. Een halve kilometer voor de finish behoedt een medeloper mij nog voor verkeerd lopen (thanks, Loek!). De laatste paar honderd meter nog over de paden en je dan, als toegift, nog even van dat zandduin af storten dat 36 km geleden onze start was.

Foto: Erik Jan van Leeuwen

Terwijl ik in de rij sta om een medaille te kopen – ik ben een sucker voor die dingen, al hangt het rek inmiddels helemaal vol – komt de trek weer terug. Wel hartige trek, die zoetigheid hoef ik nog steeds niet.

De medaille is een enigma. Leuk plaatje wel, een blij duiveltje in het hellevuur. Met onderaan vier gaatjes waar je lettertjes aan kunt hangen. Naar wat ik heb begrepen, kun je bij iedere Devil’s Trail een lettertje krijgen waarmee je uiteindelijk het woord TRAIL kunt vormen.
Er zijn vijf trails van deze organisatie. TRAIL telt ook vijf letters. Waarom dan VIER gaatjes? Ik heb geprobeerd op de website en de facebookpagina een bouwinstructie voor deze medaille te vinden, maar ik vond alleen maar een handleiding “bouw je eigen trail” (uit het jaar 2020 – vergeet vooral het liedje zingen vooraf en de Tony’s Chocolonely achteraf niet). Iemand enig idee?

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *