Race – een mooie wedstrijd of een rassenstrijd?

Voor het publiek is de wedstrijd nooit spannend geweest. Al vanaf het startschot lag de man met de donkere huid voor op de rest, een voorsprong die hij in de 10 seconden erna alleen maar zou vergroten. En toen was het al afgelopen, de 100 meter sprint van Jesse Owens op de Olympische Spelen in 1936. Voor de ogen van de man die alle mensen zonder blond haar en blauwe ogen minderwaardig achtte, won hij de gouden medaille op dit onderdeel. Er zouden er tijdens deze Spelen nog drie volgen.

Op dit moment staat er een film op Netflix die vertelt over deze overwinning en de weg ernaartoe, Race (2016). Als geschiedenisliefhebber en sportfanaat moest ik deze natuurlijk gezien hebben. Van Jesse Owens wist ik niet heel veel meer dan dat hij een Afrikaanse Amerikaan was die het nogal goed gedaan had op de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn. Ik vermoedde dat Adolf Hitler daar niet zo blij mee was geweest. Maar over de man zelf wist ik bijna niets.

Onnodige liefdesgeschiedenis

Ik hoefde het ook niet allemaal te weten, eerlijk gezegd. Een deel van de film wordt besteed aan de de relatie van Owens met Minnie Ruth Solomon. Het zal ongetwijfeld voor hem een belangrijk deel van zijn leven zijn geweest, maar mij interesseren zijn uitspattingen met een andere vrouw, en de relatiecrisis die daarop volgt, weinig. De tijd die de film hieraan kwijt was, had wat mij betreft beter besteed kunnen worden aan het verder uitwerken van andere thema’s.

Meedoen aan de boycot of niet?

Bijvoorbeeld aan de vraag of de Verenigde Staten in het algemeen, en Jesse Owens in het bijzonder, überhaupt mee hadden moeten doen aan de Spelen, die plaatsvonden in een land dat zo intolerant was ten aanzien van bepaalde rassen en religieuze achtergronden. Dat is de vraag die allereerst bij het Amerikaans Olympisch Comité heerst: voorzitter Avery Brundage reist af naar Berlijn om de stand van zaken te checken. In eerste instantie is hij geschokt door de deportaties en de jodendiscriminatie die hij daar waarneemt en hij dreigt Amerika niet aan de Spelen te laten deelnemen. Bij een tweede bezoek zijn de misstanden weggewerkt  – of waarschijnlijker: verborgen – en zegt Brundage deelname toe.

Nu komt Jesse Owens zelf onder druk te staan: belangenvertegenwoordigers van Afrikaanse Amerikanen drukken hem op het hart om niet aan de Spelen deel te nemen. Een onmogelijke keuze voor een atleet. Deelnemen aan de meest prestigieuze sportwedstrijden die er bestaan, of je solidair tonen met je achtergrond? En weet je wel zeker dat je met je keuze de juiste statement maakt? In mijn optiek kun je met deelnemen juist ook de boodschap afgeven dat je schijt hebt aan de idiote rassenideologie van het gastland. Lekker voor de ogen van de leiders van dat land laten zien wat je in huis hebt en alle “perfecte” atleten van Arische afkomst achter je laten. Moet je wel even winnen natuurlijk.

En dan was er nog die estafette van 4x 100 meter, waar Owens helemaal niet voor ingedeeld stond. In het oorspronkelijke estafetteteam zaten twee Joodse deelnemers. Deze deelnemers waren mee afgereisd naar Berlijn, in de overtuiging dat zij aan de start zouden verschijnen, maar kort voor de race eiste Goebbels dat deze twee mannen uit het team gehaald zouden worden. Brundage gaf hieraan toe – volgens de film omdat hij eigen zakelijke belangen had bij een goede samenwerking met Goebbels – en deelde Owens en een andere loper in het estafetteteam in. Ik hoopte dat Owens die plek zou weigeren. Dan had je een interessant dilemma gehad: het hele estafetteteam terugtrekken of toch de Joodse deelnemers laten rennen? Op aandringen van zijn coach en de andere deelnemers aan de estafette stond Owens toch aan de start. Hoewel hij geen ervaring heeft met estafettelopen, haalde hij bij dit onderdeel zijn vierde gouden medaille binnen.

Waren de Verenigde Staten echt zoveel beter dan Duitsland?

Natuurlijk, de Verenigde Staten deporteerden hun “inferieure” bevolkingsgroepen niet, maakten ze niet af in concentratiekampen en trokken niet de hele wereld mee in een verwoestende oorlog. Maar voor Amerikanen met een donkere huidskleur was het land in de jaren ’30 zeker niet “het land van de vrijheid”. Discriminatie was overal: donkere mensen moesten op een afgezonderde plek in de bus zitten, ze hadden andere kleedkamers, werden niet toegelaten in het footballteam… Wat een verademing waren de Spelen in Duitsland toen: hier sliepen alle atleten, ook de donkere, in hetzelfde hotel en maakten gebruik van hetzelfde vervoer.

Je zou denken dat Owens na terugkomst, wanneer hij de eer van Amerika meer dan voldoende verdedigd heeft, een voorkeursbehandeling zou genieten. Misschien was dat in bepaalde opzichten ook zo. Maar feit blijft dat Owens bij zijn eigen erereceptie de dienstingang van het hotel moest nemen en dat de Amerikaanse president van die tijd (Franklin Delano Roosevelt) hem nooit persoonlijk gefeliciteerd heeft met zijn overwinning. Erkenning voor de prestaties kwam pas decennia later, in 1976 door president Gerald Ford.

 

Sport verbindt. Tot op zekere hoogte gold dit ook voor Jesse Owens – bijvoorbeeld bij het kameraadschap met de Duitser Luz Long in het Olympische verspringnummer. Maar sommige kloven tussen bevolkingsgroepen, tussen ideologieën, zijn door sport niet te dichten: ook dat blijkt uit Owens’ levensverhaal.

Een vraag om op deze Bevrijdingsdag over na te denken: wat voor lessen kunnen we nu, meer dan 80 jaar later, leren uit het verhaal achter deze film?

 

Leave a comment

Your email address will not be published. Required fields are marked *