In het voorjaar van 2022 raakte ik verslingerd aan de Tough Girl Podcast. Ik luisterde naar het verhaal van Nicola Hardy, die het Britse openbaar vervoer gebruikte om bij alle Wainwrights in het Lake District te komen (en die vervolgens uiteraard te beklimmen). Ik bedacht dat ik prima hetzelfde kon doen met de Nederlandse Lange-Afstand-Wandelpaden, dus ik stapte in de bus naar het startpunt van eerste etappe van het Grote Rivierenpad, van Hoek van Holland naar Maasland. Eerlijk gezegd viel het nogal tegen. Het begin, van Hoek van Holland tot voorbij het Staelduinse Bos, was nog wel leuk, maar het stuk langs de Nieuwe Waterweg – kilometers lang met water rechts en windmolens links – was eindeloos. Ik ging trainen voor Ironlakes, de marathon van Málaga, Engadin, en het wandelplan raakte in de vergetelheid.
Tot vandaag. Als ik op dit tempo door blijf gaan, ben ik zo rond mijn vijftigste een keer klaar met deze route – en dan zijn er nog een stuk of twintig andere LAW’s. De aanleiding was een aankomende vakantie naar Portugal, waar ik in dertien dagen de Fishermen’s Trail ga lopen. Een beetje training daarvoor kan geen kwaad. Maar belangrijker nog: even testen of de rugzak die ik geleend heb van mijn ouders een beetje wil blijven zitten. Het ding komt net niet meer uit de twintigste eeuw en dat straalt het ook uit. Maar goed, het is deze lenen of zelf een nieuwe kopen, en als ik een aankoop van pakweg 150 euro nog even uit kan stellen, dan is dat alleen maar mooi meegenomen.
Natuurlijk was de voorspelling regen. Maar ja, ik had me voorgenomen vandaag te lopen, dan moet het ook gebeuren, anders komt het er niet meer van. En op zich is het ook niet slecht om de spullen onder slechte omstandigheden te testen. Dan kan het in Portugal alleen maar meevallen – ik hoop daar toch op beter weer dan in Nederland. Dus: regenjas en regenhoes mee en hup in de bus naar Maasland, waar de eerste etappe eindigde.
Ik sla de eerste kilometer al over, want de bushalte is niet precies bij het begin van de etappe. Niet erg, want op deze bushalte ben ik na de eerste etappe opgestapt, dus ik heb dit stuk al gelopen. Bijna direct loop ik Maassluis in, een aardig centrumpje met wat boten in de gracht. Je bent er ook zo weer uit.
De pont, dat is altijd een onzekere factor. Zou-ie wel varen? Hij is een tijd uit de running geweest, maar sinds augustus gaat-ie weer, en op dit moment nog gratis ook. Er staan best wat golven, het waait ook hard, maar de overtocht naar Rozenburg gaat voorspoedig. Naast mij aan boord zitten twee fietsers, die onderweg zijn naar Zeeland. Nu wind tegen, morgen op de terugweg hopelijk wind mee. Een andere vrouw, die tegelijk mij mij van boord gaat, vraagt waar ik heen ga met mijn grote tas, en ik beken dat ik aan het einde van de dag gewoon weer naar huis ga.
Het wandelcorvee begint weer – deze etappe is zo mogelijk nog minder interessant dan de vorige. Tussen Rozenburg en Zwartewaal is het lopen over asfalt: fietspaden, langs de A15, wat grote bruggen over, en met een beetje geluk af en toe een stukje park. Zwartewaal is dan wel weer aardig, met een kleine buurtsuper waar je 50 jaar terug in de tijd gaat, ware het niet dat er op het uithangbord staat dat ze “crompouce, de laatste TikTok-hit” verkopen. Ik laat me niet verleiden.
Door Heenvliet en Geervliet, en daar eindigt de etappe. Het ziet er niet naar uit dat hier ooit een bus stopt. En als dat al het geval is, dan is het een wereldreis naar huis. Het is nog geen drie uur, en ik ben nog niet echt moe, dus ik besluit alvast een beginnetje te maken met de volgende etappe. Wat een gehannes – in het vervolg maar niet alleen de gpx van de geplande etappe downloaden, maar ook nog een of twee etappes vooruit – goede les om mee te nemen naar Portugal. Of überhaupt niet uitgaan van de vastgestelde etappes, maar zelf uitzoeken waar ik het handigst kan starten of stoppen.
Alle apparatuur is opnieuw opgestart, de telefoon hangt aan een infuus in mijn tas, we kunnen weer. De route wordt nu meteen interessant: een dijk op (wind!), over de hekken klimmen en tussen de schapen door laveren. Die konden hun verstoorde rust niet per se waarderen, maar tegelijk waren ze te nieuwsgierig om te blijven liggen. Jammer dat ik nu mijn camera niet bij de hand heb.
De route loopt langs Spijkenisse. Ik kijk nog even of ik daar de metro kan pakken, maar die ligt nog best een stukje van de route. Hoogvliet zou logischer zijn, dus nog een stukje door. De brug over de Oude Maas is weer ouderwets verschrikkelijk, met een fietspad dat te smal is om veilig te lopen voor de voorbijscheurende scooters en elektrische fietsen, maar ja, op de weg lopen is ook geen optie. Ik ben blij als ik aan de overkant weer mag afdalen – en dan begint er pas echt een leuk stukje.
Hier doe ik het nu voor: stukjes over vlonders die over waterplassen leiden, daarna smalle paadjes tussen brandnetels door. Een stuk avontuurlijker dan wat ik tot nu toe heb meegemaakt. Zouden de volgende etappes meer als dit zijn? Ik hoop het van harte.
Na de brandnetels rest alleen nog een stukje urban jungle – om bij het metrostation te komen moet ik door niet bepaald het beste stukje Hoogvliet. Verboden-te-drinken-borden, een vrouw die zich huiswaarts haast met twee Action-tassen, en een stel met kinderwagen – de man heeft een drietand bij zich, gaan ze naar een Halloweenfeestje? Blijkbaar kijk ik te lang, want de vrouw vraagt of er iets is – ik kijk zo naar haar. Hm, dit is dus een buurt waar mensen elkaar niet toeknikken en groeten – ik duik maar snel het metrostation in om me weer naar toeschietelijker oorden te begeven.
In mijn begindagen van couchsurfing (in 2015) hostte ik Daniel, die de GR5 zou lopen. Deze begint ook in Hoek van Holland en loopt naar Nice. Al lopende vroeg ik me af hoe lang de GR5 met het Grote Rivierenpad zou samengaan. Dat blijkt tot Zwartewaal te zijn: daarna gaat de GR5 westwaarts naar Brielle, voor een lekker grote omweg over Voorne-Putten. Daniel zou een boek schrijven over zijn tocht – ik ben benieuwd hoe deze eerste twee etappes het er in dit boek van af hebben gebracht.