Trainingsdagboek week 3 – 10-kilometer-mijlpaal

Maandag 14 januari

Tijd voor een nieuwe krachttraining. Spierpijn gegarandeerd, want vanwege de regen buiten liepen we niet een relaxed rondje in. In plaats daarvan deden we onze warming-up binnen, en dat was een stuk minder ontspannen dan dat we gewend waren.
Voor de WOD moesten we weer naar de assault bike. Het is ongelooflijk hoe snel dat ding je uitput. In tweetallen 30 kcal verbranden (in je eentje dus ongeveer 15) – een minuut werk ongeveer – en daarna kun je niets meer. Ook al was het de bedoeling dat we daarna gingen touwtjespringen tot het volgende tweetal 30 kcal had verbrand.

Raceverslag: Rokkeveense Dekkerloop 2019 (10 km)

De Rokkeveense Dekkerloop in Zoetermeer: hoe kom je dáár nou weer terecht? Nou ja, dat is dus de kracht van reclame. Bij de finish van de Laan van Meerdervoortloop in november werden er flyers uitgedeeld voor deze wedstrijd en ik was direct geïnteresseerd, ondanks de weinig sexy klinkende naam. Ten eerste: Zoetermeer is min of meer om de hoek. Ten tweede: er begon zich in mijn hoofd al een voornemen te vormen om in 2019 iedere maand mee te doen aan een evenement. En ten derde: mijn trainingsschema voor de 10 km zou dan net afgelopen zijn en dat wilde ik, net als met de 5 km, bekronen met een wedstrijd.

Trainingsdagboek week 2 – langzaam sneller

Maandag 7 januari

De vorige twee weken waren uitgevallen vanwege Kerst en Oud & Nieuw, maar deze week was het weer tijd voor een van mijn favoriete trainingen: crossfit in Scheveningen. De WOD (work-out of the day) was deze keer in tweetallen. Mijn maatje en ik begonnen met een cardiorondje, waarin we samen 40 kcal moesten verbranden op de assault bike (wat een onding is dat!), 100 keer moesten touwtjespringen en 50 kcal moesten verbranden op de roeimachine (na die assault bike was dat bijna rust). Daarna deden we een minuut of 20 lang setjes van 20 chin-ups, 20 box jumps, 25 shoulder presses, 25 kettlebell deadlifts, 30 knee-to-chests en 20 wallballs. En daarna snel door naar een vergadering, waar ik alle stroopwafels heb opgegeten.

Trainingsdagboek week 1 – Een mini-triatlon

Het nieuwe jaar is begonnen – en er staan zó veel leuke doelen op de planning! Een van de dingen die ik in 2019 wil bereiken, is om (weer) topfit te worden. Wanneer ik goed in vorm ben, zit ik ook lekker in mijn vel – het tegendeel heb ik in december wel weer gemerkt. Én ik wil weer lekker wedstrijdjes kunnen rennen dit jaar, als het kan met een beetje mooie tijden. Heel stiekem droom ik ook nog van een najaarsmarathon, maar dat moet nog wat meer vorm krijgen.

In ieder geval: genoeg reden om aan de bak te gaan!

Raceverslag: Laan van Meerdervoortloop 2018 (5 km)

Hoogmoed komt voor de val. Het flitste door mijn hoofd, toen ik halverwege de wedstrijd werd ingehaald door alle mensen die ik tijdens de eerste kilometer voorbij was gelopen. Gisteren nog liep ik hier door de duinen, achter vier scouts aan die niet vooruit te branden waren, nadat ze het begin van hun hike als een speer gelopen hadden. Ironisch, dat ik nu zelf in dezelfde valkuil liep.

Bucketlist #11: een halve marathon op Spitsbergen

In de zomer gaat de zon er niet onder. Een wapen bij je dragen is geen overbodige luxe, want buiten de hoofdstad Longyearbyen kun je ijsberen tegen het lijf lopen. Zelfs tijdens de warmste maanden van het jaar wordt het er niet warmer dan een graad of 5. Er wonen ongeveer 2.500 mensen – want zeg nou eerlijk: wat heeft iemand op een afgelegen eilandengroep op pakweg 75 graden noorderbreedte te zoeken?

En ieder jaar wordt er een marathon georganiseerd.

Bucketlist: sportevenementen

Bron: Pixabay

Na de run-bike-run in Zandvoort is het even uit met de pret. (In ieder geval op sportgebied, gelukkig heb ik nog genoeg andere leuke plannen voor deze zomer.) Al sinds februari heb ik last van mijn knie en daar blijkt nu een cyste te zitten. Het oordeel van de orthopeed: rust houden. “Ja, maar ik liep al bijna niet meer hard.” “Voorlopig helemaal niet meer hardlopen dus.”

Raceverslag: Grand Prix Triathlon (sprintafstand)

Bron: Pixabay

In eerste instantie dacht ik dat de informatie niet voor mij bedoeld was. De vrouw bij de registratiebalie had mij net zonder iets te zeggen de envelop met mijn startnummer overhandigd en zei nu tegen de man naast mij: “It’s a run-bike-run, the transition zone is over there, the start is on the beach.”

O, dacht ik, dan zal hij zich wel voor een ander soort race hebben ingeschreven – hoewel ik me niet kon herinneren dat dat mogelijk was. Maar toen vroeg de vrouw of ik het ook gehoord had. Het zwemonderdeel van het triatlon kwam te vervallen: het waaide te hard en de stroming in de zee was te gevaarlijk.

 

Kak.

De 10 lessen die de marathon mij leerde

Ik heb nooit gedacht: dat doe ik even. Maar echt weten waarvoor ik me inschreef, eind september, dat deed ik ook niet. 42,2 kilometer was onontgonnen gebied en tussenstappen tussen een halve en een hele marathon waren er niet. Het inschrijven voor een eerste marathon is daarmee altijd een gok.

Inmiddels is het een maand geleden dat ik de magische afstand van 42,195 heb afgelegd. Hoewel ik de afgelopen weken niet heb stilgezeten, met onder meer een scoutingweekend dat georganiseerd moest worden, heeft het gebrek aan trainingen wel tijd gegeven om de wedstrijd te overdenken. Wat heb ik geleerd?

Race – een mooie wedstrijd of een rassenstrijd?

Voor het publiek is de wedstrijd nooit spannend geweest. Al vanaf het startschot lag de man met de donkere huid voor op de rest, een voorsprong die hij in de 10 seconden erna alleen maar zou vergroten. En toen was het al afgelopen, de 100 meter sprint van Jesse Owens op de Olympische Spelen in 1936. Voor de ogen van de man die alle mensen zonder blond haar en blauwe ogen minderwaardig achtte, won hij de gouden medaille op dit onderdeel. Er zouden er tijdens deze Spelen nog drie volgen.