Back on track: de langzame lange duurloop

Het is inmiddels een maand geleden dat ik iets te nader kennis heb gemaakt met een ongelukkig geplaatst stoeprandje. Dat incidentje was voorlopig het einde van mijn vier hardlooptrainingen per week. Geen snelle vijf aan het begin van de week. Geen intervaltraining op woensdag. Geen uurtje lopen een of twee dagen later. Geen langzame lange duurloop in het weekend.

Ik heb het gemist.

Een misstap is zo gemaakt

Het ene moment ben je lekker aan het lopen en lijkt het alsof je je nooit beter gevoeld hebt. Het volgende moment zit je op de grond en voelt je rechterenkel aan alsof je er nooit meer op kunt lopen. En dat allemaal door een stoeprandje dat in het donker niet goed te zien was.

Shit. Schreef ik dinsdag nog over al mijn goede voornemens en ambities – de dag daarna drukt de realiteit mij al met de neus op de feiten. Enkel verstuikt.

Naar het clubhuis van de atletiekvereniging terughobbelen ging nog wel. Op advies van een groepsgenoot heb ik zelfs een stukje gedribbeld. Pootje omhoog, ijs erop, en wachten op de rest van de groep.

De ellende begon toen ik thuis was.

5 voornemens voor een goedlopend 2018

“Stoppen met roken.”
“Minder vaak op mijn telefoon zitten.”
“Gezonder leven.”

Grote kans dat de mensen die het bovenstaande hebben aangekondigd, deze voornemens nu, op dag 2 van 2018, al hebben laten varen. Dat is ook niet zo gek. Het zijn (voor veel mensen) nogal rigoureuze gedragsveranderingen. Hoe ga je die voor elkaar krijgen, als je de doelen niet eens Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden formuleert?

Aan die voornemens doe ik niet mee. Wel vind ik het leuk om vooruit te kijken naar 2018 en te dromen over de dingen die dit jaar zouden kunnen gebeuren. En waarom zou ik die dromen niet een handje helpen? 

Raceverslag: Zevenheuvelenloop 2017

In de zwemsport kunnen 0,03 seconden het verschil maken tussen vergetelheid en eeuwige roem. In het hardlopen luistert het allemaal iets minder nauw.

Drie hele seconden, om precies te zijn. Dat was de tijd die Joshua Cheptegei boven het baanrecord van de Zevenheuvelenloop zat. Nog steeds een bewonderenswaardige prestatie: 15 kilometer in 41 minuten en 16 seconden. Maar over een week is Runner’s World hem vergeten, blikken de hardloopbloggers alweer vooruit op alle mooie voorjaarslopen van 2018 en blijft het Leonard Patrick Komon waar iedereen het bij de Zevenheuvelenloop over heeft. Met zijn baanrecord van 7 jaar oud.

 

Mijn broer en ik zagen Cheptegei starten.

Niet de race, maar de reis

De donkere, koude wintermaanden komen er weer aan en ik ben net jarig geweest. Dat betekent dat er weer een hoop boeken zijn die gelezen moeten worden. Een van de verjaardagscadeautjes waarvan ik niet kon wachten om erin te beginnen, was het boek Niet de race maar de reis van Jolanda Linschooten, een Nederlandse ultraloopster. Zij beschrijft in haar boek een hardlooptocht van Land’s End naar John O’Groats, dwars door Engeland, Wales en Schotland. Een tocht van bijna 2.000 km, waar ze 48 dagen over deed.

The Grand Slam

Dit gaat niet over tennis. Dit gaat over verzengende hitte en extreme kou. Over duizenden en duizenden meters te voet afleggen onder omstandigheden die vaak verre van ideaal zijn. Het gaat over grenzen verleggen en er soms zelfs een beetje (ver) overheen gaan. En uiteindelijk over iets dat slechts een zeer select deel van de aardbewoners daadwerkelijk voor elkaar heeft gekregen.

Laat ons veilig buiten spelen!

Twee jaar geleden liep ik een rondje hard door een park in de buurt van mijn huis. Het was rond een uur of 7 ’s avonds en het was al donker.  Opeens voelde ik een hand op mijn billen, een kneepje. Verbijsterd draaide ik mij om. Twee jongens van hooguit een jaar of 20 fietsten voorbij, erg ingenomen met zichzelf. Ik was te verbouwereerd om iets uit te brengen.
Terug thuis zette ik het voorval verontwaardigd op Facebook. De reacties – die alleen van mannen kwamen overigens – waren minstens zo verontwaardigd. “Ik neem aan dat die gast nu niet meer kan lopen” was nog wel een van de mildste. Een facebookvriend die het lef zou hebben gehad om te reageren in de strekking van “Wie gaat er dan ook door het donker hardlopen”, zou ik keihard van repliek hebben gediend. En daarna hebben ontvriend waarschijnlijk.

Nare blaren

Met alle gebeurtenissen afgelopen zomer – een berg beklimmen, scoutingkamp, een reis begeleiden – en daarbij een blessure, is een beetje de klad gekomen in het hardlopen. Af en toe een rondje van 5k, waarbij na 4,5 km de kramp in mijn kuit schoot – meer zat er niet in. Op de Kilimanjaro liep ik op mysterieuze wijze de pijn uit mijn rechterkuit, en sinds ik thuis ben, ben ik voorzichtig aan weer aan het opbouwen, zorgvuldig rekkend en strekkend voor en na de training.

Een tropenloop – we gaan ervoor!

Je hebt het niet echt kunnen missen: het is warm in Nederland. Op kantoren is het niet te harden, bij elke beweging begin je te zweten en mensen zuchten en puffen tegen elkaar over de temperatuur alsof de ander er nog niet achter was hoe warm het is.

Na werktijd lonkt het zeewater. Het lijkt gekkenwerk om nu méér inspanning te verrichten dan dat strikt noodzakelijk is. Maar toch: hardlopen bij meer dan 30 graden kan. Ik heb het zojuist uitgeprobeerd en het is niet heel prettig, maar het kan. Als je maar de nodige voorzorgsmaatregelen in acht neemt.

The Barkley Marathons – barking mad!

In iedere sport vind je extremen. Op het gebied van hardlopen vond ik ooit een marathon heel extreem. Toen hoorde ik over de Mount Everest Marathon – ook 42,2 km, maar dan in de bergen (netto naar beneden, dat wel) – en dacht ik dat alleen gekken dááraan zouden beginnen. Of ultramarathons, voor mensen die 42 km niet genoeg vinden en 50, 80, 100 km gaan rennen.