The Barkley Marathons – barking mad!

In iedere sport vind je extremen. Op het gebied van hardlopen vond ik ooit een marathon heel extreem. Toen hoorde ik over de Mount Everest Marathon – ook 42,2 km, maar dan in de bergen (netto naar beneden, dat wel) – en dacht ik dat alleen gekken dááraan zouden beginnen. Of ultramarathons, voor mensen die 42 km niet genoeg vinden en 50, 80, 100 km gaan rennen.

Spierpijn… of meer?

Bron: Silviarita (Pixabay)

Sinds ik begonnen ben met hardlopen, ruim vijf jaar geleden, loop ik blessurevrij. Ik zou graag zeggen dat dat komt doordat ik mijn trainingen zo verantwoord opbouw, maar dat is niet het geval. Oké, ik zal niet zo snel vanuit het niets tien kilometer toevoegen aan mijn trainingsrondje, maar ik ben niet zo goed in het doen van warming-ups en cooling downs, ook al weet ik hoe belangrijk die zijn voor mijn spieren. Toch heb ik nooit meer problemen gehad dan flinke spierpijn.

 

Tot nu.

De halve marathon: nu mét trainingsschema

Bron: Pixabay

Een halve marathon is eigenlijk te lang om zonder gedegen voorbereiding te lopen. Het kán wel, maar dan kom je jezelf geheid tegen. Mijn eerste halve marathon had ik eigenlijk niet goed genoeg voorbereid. Het voornemen was er wel, maar om allerlei redenen – de een wat meer valide dan de ander – kwam het er niet van.

Dat ga ik nu anders aanpakken.

Raceverslag: City-Pier-City 2017 (halve marathon)

Hardlopen is voor mij bij uitstek een solitaire bezigheid. Ik train vrijwel altijd alleen. En in feite is een hardloopwedstrijd niet veel anders. Je bent met heel veel mensen, maar je bent er niet voor elkaar. Ook niet tegen elkaar. Je bent er voor jezelf: om een afstand voor het eerst uit te lopen, om je persoonlijk record te verbreken, als opmaat naar een grotere wedstrijd… Maar je bent wel mét elkaar.

 

Ik zou de CPC Halve Marathon met mijn broer lopen. Geheel in lijn met het bovenstaande komt daar niets van in.